de 25ste letter van ons alphabet, komt in Nederlandse woorden niet voor. Deze letter was bij de Grieken onder de naam upsilon het teken voor de hoofdletter u en is door de Romeinen in de 1ste eeuw v.
Chr. overgenomen om deze klank, die in het Latijn ontbrak, in vreemde woorden weer te geven. Het Griekse teken F is ontleend aan de Phoenicische y (wau), die consonantische waarde had. Van het Latijn uit werd de_)> in verschillende andere alphabetten, ook in het onze, overgenomen. Wij spreken hem uit als i, voor een klinker ook wel als j (yacht, Yankee, yoghurt). Vroeger werd de y in Nederland dikwijls geschreven in plaats van de ij, waarvoor hij in eigennamen nog dikwijls voorkomt. In het Engels wordt hij vooral gebezigd als consonant in plaats van onze j en als klinker wordt hij in korte syllaben als i (lynch), in lange als ai (why) uitgesproken. Het Hoogduits gebruikt de y reeds in de oudste handschriften voor de i; thans komt hij alleen nog voor in vreemde woorden en in enkele eigennamen.De plaats van de y wordt in het Nederlandse alphabet ook wel toegekend aan het teken ij, oorspronkelijk het teken voor de dubbele i, maar in de loop van de 16de-18de eeuw in de meeste dialecten en daarom ook in de algemene spreektaal gediphthongeerd, waardoor de uitspraak thans met die van de ei overeenkomt. In sommige dialecten is de uitspraak i (kort of lang) behouden, in andere is tussen ij en ei nog enig verschil waar te nemen.
Op oude Franse munten betekent Y, dat zij te Bourges geslagen zijn. In de wiskunde stelt hij de tweede onbekende grootheid voor. In de scheikunde is Y het teken voor het element yttrium, Yb voor ytterbium.