legendarische Zwitserse vrijheidsheld, die, omdat hij geweigerd had de hoed van de Habsburgse landvoogd Gessler te groeten, veroordeeld zou zijn een appel van het hoofd van zijn zoontje te schieten. Het schot gelukte, maar toen bleek, dat Teil een tweede pijl bij zich genomen had om de landvoogd te treffen voor het geval het kind geraakt was.
Tell zou nu op Gessler’s burcht te Küssnacht gevangen worden gezet, maar ontsnapte gedurende de boottocht daarheen. Later schoot hij de boze landvoogd uit een hinderlaag neer.De legende treft men voor het eerst aan in een kroniek van Samen, het zgn. Witte Boek (ca 1470), terwijl het eerste verhaal over de tyrannie der landvoogden opklimt tot 1420 (kroniek van Conrad Justinger). Haar volledige vorm krijgt de legende pas in de 16de eeuw, bij Aegidius Tschudi, die o.a. als datum 1307-1308 opgeeft, terwijl latere schrijvers nog verdere details bijvoegen. Alle pogingen om het bestaan van een historische Teil te Uri in de 14de eeuw te bewijzen, hebben gefaald. Van de letterkundige bewerkingen der Tell-sage is de bekendste het drama van Schiller (1804).
Lit.: Fr. Ernst, T.-Bibliographie (1907); E. Merz, T.im Drama vor und nach Schiller, diss.Bonn (1925); K. Meyer, Die Urschweizer Befreiungstradition (1927); Fr. Ernst, W. T., Blätter aus s. Ruhmesgeschichte (Zürich 1936) j I.Gropengiesser, W, T. in der schweizerischen Geschichtsschreibung (1940); K. Meyer, Der Ursprung der Eidgenossenschaft (1941); R. Labhardt, W. T. als Patriot und Revolutionär 1700-1800 (Basel 1947); Quellenwerke zur Entstehungsgesch. der Eidgenossenschaft, Abt. III Chroniken, 1 (1948).