het hout van Prunus Mahaleb L., een Rosacee die in het Middellandse Zeegebied thuishoort en over een groot deel van Europa verspreid is en daar ook vaak in cultuur voorkomt, vooral in de Elzas en de omgeving van Wenen. Het hout is zwaar (luchtdroog 0,76-0,84) en hard, moeilijk splijtbaar, goed politoerbaar en wordt veel voor draai- en snijwerk gebruikt en, om de aangename geur die het heeft, ten gevolge van de aanwezigheid van cumarine, veel voor de vervaardiging van wandelstokken, sigarenpijpjes en tabaksdozen.
Vervalsing heeft vaak plaats met hout van andere Prunus-soorten dat men impregneert met essence van tonkabonen, maar dat vrij spoedig zijn geur verliest.