(van Lat.: essentia = (het) wezenlijke) noemde men oorspronkelijk het aftreksel van een plantenstof dat het voornaamste werkzame bestanddeel van deze bevatte. Men gaf dientengevolge deze naam vooral aan oplossingen van aetherische of vluchtige oliën.
Later werd hij toegekend aan in alkohol opgeloste, welriekende stoffen, die men tot het vervaardigen van parfums gebruikte. Behalve plantenstoffen worden daarin ook dierlijke stoffen verwerkt, zoals muskus en amber. Verschillende bestanddelen van die natuurproducten heeft men kunstmatig kunnen bereiden, bijv. vanilline.Geconcentreerde oplossingen van mengsels van reuk- en smaakstoffen in geschikte oplosmiddelen vinden als essences haar weg in allerlei producten zoals parfum, zeep, suikerwerk, limonade, likeur, tabak en boenwas. Zo kan men met behulp van essence een lilas-parfum maken dat geen enkel bestanddeel van de natuurlijke bloesemolie behoeft te bevatten, en eveneens jenever of Curagao-likeur bereiden zonder destilleren.