Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WATTYLER

betekenis & definitie

(„de Pannebakker”) was in 1381 aanvoerder van de boerenopstand in Engeland.

De drukkende belastingen, door de eisen van het hof en van het leger aan het volk opgelegd, de pest-epidemie en de bepalingen van het Parlement tot verlaging van de lonen en wederinvoering van de lijfeigenschap, ten slotte het hoofdgeld, in 1380 ingevoerd, hadden wrevel en verbittering bij het volk gewekt. In het graafschap Essex barstte 30 Mei 1381 de opstand uit en verbreidde zich snel. De boeren uit Kent plunderden Rochester en kozen 6 Juni te Maidstone Wat Tyler, uit Kent of Essex afkomstig, tot hun leider.

Hij nam 10 Juni Canterbury en liet het aartsbisschoppelijk paleis plunderen. Een leger van boeren rukte naar Londen op, verwoestte op zijn tocht de kastelen, mishandelde de ambtenaren en aanzienlijken en opende de gevangenissen (z Ball, John). Zij drongen 12 Juni de stad binnen en verbrandden de paleizen van de hertog van Lancaster en andere edelen.

Op 14 Juni had Tyler zijn eerste ontmoeting met de jeugdige Richard II, die dadelijk zijn eisen (opheffing van lijfeigenschap en feodale diensten) inwilligde. De volgende dag verlangde Tyler de verbeurdverklaring der kerkelijke goederen en algehele gelijkheid. De koning aarzelde. Tyler werd brutaal, dit leidde tot een twist met Richards gevolg, waarin de lord-mayor, Walworth, de boerenleider overhoop stak. Verwoede gevechten hadden daarop plaats, Richard kwam weer in de macht der edelen en de opstand werd in bloed gesmoord.

Lit.: C. Oman, The Great Revolt of 1381 (1906); J. Clayton, Wat Tyler and the Great Uprising (1909); F.W. N. Hugenholtz, Drie boerenopstanden uit de 14de eeuw, diss. Leiden (1949).

< >