Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VERMOGENSHEFFING INEENS

betekenis & definitie

noemt men de heffing van een eenmalige vermogensbelasting, gewoonlijk tot een zeer hoog tarief; men ziet een dergelijke heffing na tijden, waarin aan ’s Rijks Schatkist bijzonder zware eisen zijn gesteld of waarin een bepaalde groep staatsburgers bijzonder zware verliezen heeft geleden (denk aan oorlogsschade), die dan geheel of ten dele uit het vermogen van de overige burgers moeten worden gedekt. Men vergelijke de in Duitsland aan soortgelijke heffing gegeven naam „Lastenausgleich”.

De eerste heffing van deze aard in Nederland was de Verdedigingsbelasting Ib. Na Wereldoorlog II kwam bij de wet van ii Juli 1947, Stbl. no H 238, een dergelijke belasting tot stand. Zij wordt geheven van binnenslands en buitenslands wonende natuurlijke personen, ongeveer op dezelfde bases als waarop de vermogensbelasting wordt geheven. Na aftrek van zekere vrijstellingen (ten minste ƒ8000 voor ongehuwden en ƒ 12 000 voor gehuwden) bedraagt de heffing 4 pct van de eerste ƒ 10 000 van het vermogen, terwijl zij progressief oploopt om van het gedeelte van het vermogen boven ƒ 1 000 000 20 pct te bedragen. De opbrengst van deze heffing ineens kan geraamd worden op rond ƒ 1 milliard.MR A. J. VAN SOEST

Lit.: A. J. v. d. Tempel, Heffingen ineens t.w. vermogensaanwasbel. en vermogensheffing ineens (i946/47, Vakstudie, dl XE).

< >