Noordhollandse gemeente, groot 4980 ha, met (1953) 53 000 inw., van wie (1953) 45 pct Prot., 28 pct R.K. en 27 pct andersdenkenden, is gelegen in het duin- en geestgrondgebied van Kennemerland. De gemeente bestaat uit de delen Velsen (Zuid en Noord) 11 000 inw., IJmuiden (oud en nieuw) 28 200 inw., Santpoort (Zuid en Noord) 11 000 inw. en Driehuis 2800 inw.
Sinds 1876 ligt in de gemeente het Noordzeekanaal met aan het einde daarvan de Zuider-, de Midden- en de Noordersluis. Deze laatste, van 1930, is de grootste en heeft een lengte tussen de sluisdeuren van 400 m, een breedte van 50 m en een diepte van 15 m. De pieren, welke de buitenhaven omsluiten, hebben een lengte van ca 1500 m. De Zuidpier is voor het publiek toegankelijk (z ook Amsterdam, zeehaven).
Het graven van het Noordzeekanaal is de opkomst van de gemeente geworden. Spoedig vestigde zich aan de boorden daarvan de industrie en ontstond nabij de Zuidersluis een vissersdorp, genaamd IJmuiden. De ontwikkeling is sedertdien zeer snel gegaan. Visserij en vishandel namen een grote vlucht. In 1899 werd de Rijksvisafslag gesticht. De vishallen hebben thans een lengte van 450 m. Koelhuizen, machinefabrieken, scheepswerven en andere aanverwante industrie vestigden zich te IJmuiden. Ook andere industrie, als papierfabriek (1896), plaatwellerij (1913), hoogovens en staalfabrieken (1920), vestigden zich in deze zo gunstig gelegen gemeente. Deze laatste zijn wel tot een zeer groot fabriekscomplex uitgegroeid, waar ca 8000 personen hun arbeid vinden.
In de gemeente zijn mooie parken en bossen en een prachtig duingebied. Ook het strand biedt zijn aantrekkelijkheden, verlevendigd door het binnenkomen en uitgaan van allerlei schepen. Op onderwijsgebied vindt men: Gymnasium, R.H.B.S., Ambachtsschool voor jongens, Huishoudschool voor Meisjes en Visserijschool. In Driehuis is de bekende begraafplaats Westerveld en het eerste Crematorium in Nederland, van de Vereniging voor Facultatieve Lijkverbranding. Het kasteel op het landgoed Duin-en-Kruidberg is thans een zeer fraai hotel, terwijl ook het huis van het oude buiten Velserend, in de onmiddellijke nabijheid van de Ruïne van Brederode, als hotel wordt geëxploiteerd. Het kasteel Brederode dateert uit de 13de eeuw.
GESCHIEDENIS
Deze gaat terug tot het begin van onze jaartelling; juist in de laatste tijd zijn in de gemeente vele archaeologische vondsten gedaan uit de Germaanse en Romeinse tijd (vanaf de 1ste eeuw v. Chr.). Ca 700 kwam Willebrordus uit Engeland en stichtte o.a. de kerk te Felison. Dit is de oudst bekende naam, voorkomende in oorkonden tussen 715 en 73g (latere namen zijn: Velesan, 960; in villa Vellesan, vóór 989; Velserebrug, 1063; Velesen, 1064; Velson, 1083; Velserebruch, 1143). Omtrent de betekenis hiervan bestaat geen zekerheid; misschien is het een waternaam omdat in een oorkonde van 719/739 gesproken wordt van „super fluvium Felisana”. In de 11de of 12de eeuw werd een nieuwe kerk gesticht: de oudste delen van het nog bestaande schip dateren uit die tijd. De toren (13de eeuw) is een van de weinige zuiver Romaanse dorpstorens van Holland; in de westelijke wand wordt een reliëf bewaard, voorstellend de verrijzende Christus met kruisvaan (begin 13de eeuw), een der alleroudste overblijfsels der Noordhollandse beeldhouwkunst. Sinds 1722 wordt de gemeente genoemd als de ambachtsheerlijkheid „Velsen en de Santpoort”, doch na het bezoek van keizer Napoleon in 1811 wordt bij diens decreet de naam weder enkel „Velsen”.
Landbouw en veeteelt waren in deze gemeente de voornaamste bronnen van bestaan. Gezegend met een rijk natuurschoon vormden Velsen en Santpoort in de 18de eeuw een aantrekkingspunt voor tal van rijke Amsterdamse en Haarlemse kooplieden, die hun buitenplaatsen en lusthoven lieten aanleggen aan de oever van het toen nog aanwezige Wijkermeer dat door het IJ met Amsterdam was verbonden. Enige buitenplaatsen herinneren nog aan deze luister. Toen echter tussen 1865-1876 het Noordzeekanaal werd aangelegd en gegraven, verdween het Wijkermeer. Een zeer vruchtbaar polderland kwam daarvoor in de plaats.
In Wereldoorlog II heeft Velsen een zware tol moeten betalen. Meer dan 3400 woningen en vele andere gebouwen zijn verwoest. IJmuiden moest weer geheel worden opgebouwd.
Lit.: L. M. v. d. Bergh van Eysinga, Bijdrage tot de sociaal-geogr. kennis der gemeente V., diss. Utrecht (1935); V. herrijst, IJmuiden de stad aan zee: toelichting op het basisplan voor de wederopbouw en uitbreiding der gem. V. (IJmuiden 1947); H. J. J. Schol ten, Uit het verleden van Midden-Kennemerland (Den Haag 1947), blz. 20 e.v.; over recente opgravingen: Westerheem, Orgaan v. d. Archaeol. Werkgemeenschap voor Westelijk Ned. (sinds Febr. 1952).