Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Veenhuizen

betekenis & definitie

oorspronkelijk buurtschap in het N.W. van Drente, ressorteert onder de gemeente Norg. Deze buurtschap werd in 1823 aangekocht door de Maatschappij van Weldadigheid, die er in 1823 en 1824 drie gestichten bouwde en een aantal hoeven.

Het geheel, groot 3200 ha, werd ingericht als een dwangkolonie voor bedelaars en landlopers, die opgevoed dienden te worden tot mensen geschikt voor één der vrije koloniën van de M. v. W. Tevens werden wezen opgenomen en veteranen. Bij K.B.’s van 1827 en 1843 werden Veenhuizen en Ommerschans aangewezen als bedelaars-werkhuizen; in 1827 voor de noordelijke provincies, in 1843 voor het gehele land.Opneming geschiedde bij vrijwillige melding of na rechterlijk vonnis. In 1859 werd de bedelaarskolonie Veenhuizen een Rijkswerkinrichting. Na de invoering van het nieuwe W.v.Sr. in 1886 geschiedt opneming uitsluitend na rechterlijk vonnis. Thans zijn in Veenhuizen 4 verblijfsgestichten en 2 werkgestichten. In de verblijfsgestichten zijn opgenomen: landlopers, bedelaars, politieke delinquenten en veroordeelden voor commune delicten. De ingeslotenen worden te werk gesteld op de terreinen van de Strafgestichten in de landbouw, de bosbouw of in de werkgestichten. Het geheel draagt thans de naam „Strafgestichten te Norg”.

Lit.: L. A. Bientjes en H. R. Offerhaus, De Rijkswerkinrichtingen V. in oorsprong en wettelijke organisatie (Assen 1904.); De Rijkswerkinrichtingen V., afdrukken en indrukken door een „onherroepelijk verlorene (Rotterdam 1904).

< >