(Rieger), Duits kerkhervormer (Langenargen, Bodensee, Mei 1489 - Celle 27 Mei 1541), ging, na onder Johannes Eek gestudeerd te hebben, in 1520 als geestelijke aan de Domkerk te Augsburg tot de Reformatie over en is de hervormer van Nedersaksen geworden. Hij gaf Lüneburg en Hannover een kerkorde en werkte bovendien in Bremen, Brunswijk, Hildesheim, in Westfalen en in Pommeren.
Bibl.: Opera latine edita (1561); Werke (1562 en 1577); Formulae caute loquendi (herdr. d. A. Uckeley, 1908).
Lit.: G. Uhlhorn, U. R. (1861); O. Seitz, Die theolog. Entwicklung des U.R. (1898); A. Götze, U. R. als Satyriker in Zeitschr. f. deutsche Philologie (1904).