is de naam van acht pausen.
Urbanus I
paus van 222-230, Heilige, Romein. Van zijn leven zijn geen bijzonderheden bekend. Zijn regering werd bemoeilijkt door het optreden van de tegenpaus Hippolytus (217-235). Zijn gedenkdag is 25 Mei.
Urbanus II
familienaam O do, Zalige, Fransman (Châtillon-sur-Marne ca 1042 - Rome 29 Juli 1099), werd paus op 12 Mrt 1088. Hij was tevoren prior van de Benedictijner abdij te Cluny, in 1078 kardinaal-bisschop van Ostia, en werd te Terracina tot paus gekozen. Hij verklaarde na zijn kroning het voetspoor van zijn voorganger Gregorius VII te zullen volgen, die hem voor steun bij zijn hervormingsarbeid naar Rome had geroepen, maar hij trad daarbij tactvoller en minder onstuimig op. Zijn eerste bestuursjaren werden verbitterd door de strijd met Hendrik IV van Duitsland, die de tegenpaus Clemens III bleef beschermen en een gedeelte van Rome bezet hield. Hendriks positie verzwakte echter steeds meer, waardoor de paus zich minder in zijn werkzaamheid geremd zag. Deze bestond vooral in de bestrijding van de simonie, het concubinaat en de investituur, terwijl hij ook krachtig aandrong op het houden van een kruistocht. In Italië en Frankrijk hield hij tot dat doel druk bezochte synodes te Piacenza en te Clermont, waar naast heilzame besluiten tot bestrijding der kerkelijke misbruiken ook het plan tot het houden van de eerste kruistocht werd ontworpen. In 1096 kon hij onder geleide van markgravin Mathilde van Toscane naar Rome terugkeren, waar hij een nieuwe synode in het Lateraan bijeenriep. Het aan de Moren ontnomen aartsbisdom Toledo verhief hij tot de zetel van de Spaanse primaat. Zijn feestdag is 29 Juli.
Lit.: L. Paulot, Un pape français, Urbain II (Paris 1903).
Urbanus III
familienaam Umberto Crivelli, paus van 25 Nov. 1185-20 Oct. 1187, was bij zijn pauskeuze te Verona aartsbisschop van Milaan, welk diocees hij ook als paus bleef besturen. Wegens de in Rome heersende onrust vestigde hij zijn zetel te Verona, Met keizer Frederik I stond hij op gespannen voet wegens het bezet houden door Frederik van de bezittingen, welke Mathilde van Toscane aan de H. Stoel had vermaakt. Tot een openlijke strijd kwam het door de val van Jeruzalem echter niet.
Urbanus IV
familienaam Jacques Pantaléon, Fransman (Troyes 1200-Perugia 2 Oct. 1264), was paus van 1261-1264. In Viterbo tot paus gekozen, verbleef hij tijdens zijn pontificaat nooit in het oproerige Rome, maar in Viterbo en Orvieto. De voornaamste oorzaak daarvan was Manfred, die, optredend als voogd van de 2-jarige Conradijn, de zoon van Koenraad IV, de aanspraken van de Hohenstaufen op het kerkelijk leen Sicilië handhaafde en bovendien nog een gedeelte van de Kerkelijke Staat bezette. Na verschillende vruchteloze vredespogingen besloot Urbanus in 1263 de kroon van Sicilië aan Karel I van Anjou te schenken, die het rijk na een strijd, waarbij Mansfeld sneuvelde, in bezit nam. Het werd de aanleiding tot de drukkende afhankelijkheid, waarin de Kerk ten opzichte van Frankrijk zou geraken. Urbanus werkte dit verder nog in de hand door de benoeming van verschillende Franse kardinalen. Lodewijk IX van Frankrijk, de broer van Karel I van Anjou, bewoog hij in 1263 tot een nieuwe kruistocht.
Lit.: K. Hampe, U. IV u. Manfred (1905).
Urbanus V
familienaam Guillaume Grimoard, Zalige, Fransman (Grisac ca 1310- Avignon 19 Dec. 1370), was paus van 1362-1370. Tevoren was hij Benedictijner abt van St-Germain in Auxerre en van St-Victor in Marseille. Hij was een ijverig bestrijder der kerkelijke misbruiken en bevorderaar van het inwendige kerkelijke leven. Op aandringen van keizer Karel IV, van Petrarca en van de H. Birgitta van Zweden keerde hij in 1367 na de herovering van de Kerkelijke Staat door kardinaal Albornoz ondanks de tegenstand van het Franse Hof en de Franse kardinalen naar Rome terug. Verschillende oorzaken, vooral de daar ontmoete tegenwerking en vijandigheid, vermeerderd door de dood van Albornoz, deden hem besluiten in Sept. 1370 naar Avignon terug te keren. Zijn opvolger Gregorius XI zou zich voorgoed in Rome vestigen en een einde maken aan de zgn. Babylonische gevangenschap. Zijn verering werd 10 Mrt 1870 bekrachtigd. Feestdag 19 Dec.
Lit.: H. Chevalier, Actes anciens et documents concernant U. V (Paris 1897 w.); M. Chaillan, U. V (Collection „Les saints”, Paris 1911); E. de Lanouvelle, U. V et la chrétienté au milieu du XlVe siècle (Paris 1929); J. P. Kirsch, Die Rückkehr der Päpste U. V u. Greg. XI von Avignon nach Rom (Paderborn 1898).
Urbanus VI
familienaam Bartolommeo da Prignano (Napels ca 1318 - Rome 15 Oct. 1389), werd 8 Apr. 1378, als buiten de partijen staande en niet tot het college van kardinalen behorende, in een rumoerig en door het volk bedreigd conclave tot paus gekozen. Tal van gronden pleiten echter voor de wettigheid van die keuze. Tevoren was hij bisschop van Bari. Hij maakte zich door zelfoverschatting, waarbij zich nog voegden gebrek aan Christelijke zachtmoedigheid, dwaze voortvarendheid en een heftig temperament, vele vijanden zowel onder de kardinalen als de wereldlijke vorsten. Het gevolg was, dat 13 niet-Italiaanse kardinalen op 20 Sept. 1378 na nietigverklaring van Urbanus’ keuze Robert van Genève als Clemens VII tot tegenpaus verhieven en daarmee het voor de Kerk zo fatale Westerse schisma inluidden. Niets kon Urbanus echter bewegen om een meer minzame weg in te slaan, zodat ten slotte zes door hem zelf gekozen kardinalen tegen hem een complot tot zijn afzetting smeedden. Dit werd ontdekt en vijf van hen liet hij terechtstellen. Het ligt voor de hand, dat er in die omstandigheden van zijn overigens goede hervormingsmaatregelen niets terecht kwam. Zijn dood betekende voor de Kerk een verlossing.
Lit.: R. Jahr, Die Wahl U.’s VI (1892); M. Rothbarth, U. VI und Neapel (1913).
Urbanus VII
familienaam Giovanni Battista Castagna (Genua 1521 - Rome 27 Sept. 1590), werd paus op 15 Sept. 1590. Hij nam deel aan de laatste periode van het Concilie van Trente. Op verlangen van de Spaanse koning werd hij tot paus gekozen.
Urbanus VIII
familienaam Maffeo Barberini (Florence 1568 - Rome 29 Juli 1644), werd paus op 6 Aug. 1623. Hij bevorderde kunst en wetenschappen. In samenwerking met enige Jezuïeten zette hij de oude brevierhymnen in klassieke versmaat om (z hymne) en maakte als paus nog Latijnse en Italiaanse gedichten. Tijdens zijn pontificaat werd de nieuwe St Pieter voltooid en door Urbanus in 1626 ingewijd. Zijn grafmonument in de absis van de St Pieter is een schepping van Bernini. Hij nam o.a. in zijn bulle In eminenti van 1642 maatregelen tegen het Jansenisme, verminderde het aantal feestdagen en breidde de Kerkelijke Staat uit met het hertogdom Urbino. Om zijn bezit veilig te stellen liet hij grote vestingwerken en wapenfabrieken bouwen met als gevolg een ondraaglijke verzwaring van de schuldenlast, waarbij zich nog een grote bedragen verslindend nepotisme voegde. Zijn pogingen om de Bourbons met de Habsburgers te verenigen tot een gemeenschappelijk optreden tegen het Protestantisme en de Turken mislukten. Zijn rol in de Dertigjarige Oorlog, die heel zijn pontificaat beheerste, is duister, al is het verwijt, dat hij met Gustaaf Adolf sympathiseerde, ongegrond.
H. J. J. WACHTERS
Lit.: I. Grisar, Päpstliche Finanzen, Nepotismus u.s.w. unter Urban VIII (Rome 1943); F. Gregorovius, U. VIII im Widerspruch zu Spanien u. dem Kaiser (1879).