Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Tournooi

betekenis & definitie

een aan regels gebonden ridderlijk oorlogsspel, dat waarschijnlijk is voortgekomen uit spiegelgevechten te paard, zoals sinds de 8ste9de eeuw in het Frankische rijk werden gehouden. Als „uitvinder” geldt een zekere Geoffroy de Preuilly, die in 1066 zou zijn overleden.

Tegelijk met het ridderwezen heeft het tournooi, als militaire oefening en hoogst gewaardeerde sport, zich sedert het laatst van de 11de eeuw vanuit Frankrijk over West-Europa verbreid en onder keizer Manuel Comnenos (1143-1180) ook in het Byzantijnse rijk ingang gevonden. Herhaalde kerkelijke verboden (na 1130) getuigen eerder van de populariteit en veelvuldigheid van deze niet ongevaarlijke kampspelen dan dat zij hieraan ernstige afbreuk zouden hebben gedaan.Het tournooi kwam voor in een grote verscheidenheid van vormen. Aanvankelijk overwoog het massagevecht tussen vrijwel gelijkwaardige partijen en groepen, veelal naar landstreken ingedeeld. Beroepstournooiers, dolende ridders, konden in losgelden en in de opbrengst van buitgemaakte paarden en uitrustingen een ruim bestaan vinden. Minder gelukkigen ruïneerden zich niet zelden, ook wegens de enorme weelde die in toenemende mate bij deze gelegenheden placht te worden ontplooid. Sinds de 13de eeuw (de bloeiperiode van het tournooi) nam de neiging toe, de scherpe wapens door stompe te vervangen en kreeg het tweegevecht, de jouste, geleidelijk de overhand. Op de toumooien werden doorgaans zwaardere wapenrustingen gedragen dan in de werkelijke oorlog. De pas d’armes die in de 15de eeuw, m.n. aan het hof der Bourgondische hertogen, werden gehouden, waren zorgvuldig geënsceneerde vertoningen met een sterk literair element. In Duitsland vertoonde de oude vorm van het tournooi ca 1480 een korte en kunstmatige opleving als een zeer exclusief adellijk bedrijf. In de 16de eeuw geraakten de steekspelen langzamerhand uit de mode, vooral nadat de Franse koning Hendrik II in 1559 op een tournooi het leven had verloren (z ook heraldiek en heraut).

Lit.: L. Gautier, La chevalerie (1884); A. Schulte, Das höfische Leben z. Zeit der Minnesinger (2de dr., 2 dln, 1889); F. H. Gripps-Day, The Hist. of the Tournament in England and in France (1918); R. C. Clephan, The Tournament; its Periods and Phases (1919); F. Niedner, Das deutsche Turnier im 12. und 13. Jahrh. (1881); N. Denholm-Young, The Tournament in the I3th Century (in: Studies... pres. to F. M. Powicke, 1948, blz. 240 vlg.); O. Cartellieri, Am Hofe der Herzöge v. Burgund (1926), blz. 127 vlg. Beschrijvingen door tijdgenoten o.a.: L’Estoire de Guillaume le Maréchal, ed. P. Meyer (dl III, 1901); Jacques Bretel, Le tournoi de Chauvency (1285), ed. M. Delbouille (1932); B. Prost, Traités du duel judiciaire, relations de pas d’armes et tournois (1872); z ook Lalaing, Jacques de, La Marche, Ol. de.