(Duits: Theiss), grootste linker zijrivier van de Donau, ontstaat in het uiterste Z.W. van Rusland, in de Woudkarpaten, uit de vereniging van Zwarte en Witte Tisza.
De ca 1400 km lange rivier stroomt aanvankelijk zuidwaarts door nauwe bergkloven, vormt dan over korte afstand de Roemeens-Russische grens en komt op 100 km ten O. van Tokaj over de Hongaarse grens. Haar grootste stroombereik heeft de rivier in Hongarije, waar ze, steeds door de vlakke poesta stromend, eerst in Z.W. en na Szolnok in zuidelijke richting stroomt. Van Szolnok af tot Titel (Joegoslavië), waar ze uitmondt in de Donau, loopt de Tisza evenwijdig aan die rivier en op gem. 90 km afstand hiervan. Even ten Z. van Szeged stroomt de rivier Joegoslavië binnen.
De oevers van de Tisza zijn veelal vlak en aan overstromingen blootgesteld; de breedte wisselt in de benedenloop af van 150 tot 250 m. Zij wordt bevaarbaar op 800 km boven de monding; haar stroomgebied bedraagt 151 600 km2. In de laatste jaren heeft men door normalisering van de Tisza grote moerassen in vruchtbaar land veranderd, maar de overstromingen in het voorjaar duren voort. De rivier is zeer rijk aan vis (o.a. steur en karper). De belangrijkste steden aan haar oevers zijn Choest (in Rusland), Tokaj, Szolnok, Hódmezôvâsârkely en Szeged in Hongarije en Senta in Joegoslavië.