was in het bijbelse tijdperk de residentie der koningen van Israël, totdat koning Omri Samaria stichtte (vgl. I Kon. 14 : 17; 15 : 21; 16 : 23 v.).
De naam betekent „bevalligheid” (vgl. Hooglied 6:4).De stad lag waarschijnlijk op de plaats van de tegenwoordige Tell-el-Fâr'ah bij Nabloes, waar belangwekkende opgravingen worden gedaan door de Franse Paters Dominicanen te Jeruzalem onder leiding van P. R. de Vaux (vgl. de berichten in Rev. bibl. 1947 w.).