stad in het landschap Argolis, ongeveer 4 km ten N. van Nauplia, reeds door Homerus genoemd, is vooral bekend door de geweldige muren van grote steenblokken, die de heuvel, waarop de burcht ligt, omgeven. Deze muren zijn met zware torens versterkt.
Er zijn op verschillende plaatsen kelderachtige ruimten in uitgespaard. De bouwvallen zijn van 1884-1885 opgegraven door Schliemann en in de 20ste eeuw door het Duitse instituut te Athene nog nader onderzocht, vnl. op kosten van mr A. E. H. Goekoop. Bij het paleis, dat op de burcht werd gevonden, konden verschillende perioden worden onderscheiden. De laatste, waartoe ook de grote muren behoren, dateert uit het einde van de Mykeense tijd, niet lang vóór 1200 v. Chr. In later tijd was Tiryns een onbetekenende plaats, die in 468 v. Chr. door Argos is verwoest.Lil.: T., die Ergebnisse der Ausgrabungen des Kais.-deutsch. archaol. Inst. in Athen, 4 dln (i902-’38); G. Karo, Führer durch T., 2de dr. (Athen 1934).
