is de naam van een Noorse verzameling sagen, vnl. figuren uit de kringen van Dietrich von Bern en de Nibelungen behandelend, en in de tweede helft der 13de eeuw geschreven, naar de voorrede vermeldt, op grond van de volksliederen, die destijds in Neder-Duitsland in omloop waren. Daardoor is deze saga van bijzonder groot belang voor de kennis der Noordduitse heldensage, die harerzijds weer licht kan werpen op de Zuidduitse literaire vormen van deze zelfde stoffen.
In de onderzoekingen over de Nibelungensage heeft dan ook de Thidrikssaga een grote rol gespeeld, al staat het nog niet vast, welke plaats haar in de overlevering der Duitse heldensage moet worden toegekend. De saga was in de Middeleeuwen zeer geliefd, hetgeen daaruit blijkt, dat wij er ook een Zweedse bewerking van bezitten.Bibl.: Uitg. van de Noorse saga door H. Bertelsen (2 dln, Kopenhagen 1905-1911), van de Zweedse door Hylten-Cavallius (Stockholm 1850-1854); Duitse bew. d. F. Erichsen (1924).
Lit.: D. von Kralin, Die Überlieferung und Entstehung der T. (1930).