Frans geneesheer en publicist (Loudun 1568 - Parijs 25 Oct. 1653), studeerde medicijnen te Montpellier en werd te Parijs benoemd tot hofgeneesheer, belast met de algemene armenzorg. Met Guy Patin* kreeg hij twist over het gebruik van nieuwe geneesmiddelen als kinine.
Hij richtte een plaatsingsbureau op, stichtte een Bank van Lening en verkreeg van Richelieu het octrooi tot publicatie van een Gazette* (1ste nummer 30 Mei 1631), een half-officieel weekblad, waarin ook de minister de berichten plaatste welke hij nodig achtte. Als uitgever van deze Gazette genoot Renaudot tot voor kort de eer de „Vader van de Franse krant” te zijn. Recente onderzoekingen van F. Dahl* e.a. hebben echter aangetoond dat deze roem onverdiend is. Enige maanden voor Renaudot lanceerden de uitgevers Jean Martin en Louys Vendosme een wekelijks nieuwsblad Nouvelles ordinaires de divers endroits (het oudste teruggevonden ex. is als no 27 gedateerd 17 juillet 1631).Gesteund door Richelieu, won Renaudot de strijd tegen zijn concurrenten. Niet alleen „au Roy, et à nosseigneurs de son Conseil” (25 Oct. 1634), waarin ze geprotesteerd hadden tegen het monopolie van Renaudot, werd van de hand gewezen, maar bij arrest van 11 Mrt 1633 (bevestigd door nieuwe arresten in 1633, 1634 en 1635) werden zijn tegenstanders in het ongelijk gesteld en werd hun gelast Renaudot niet verder te hinderen in de publicering van zijn Gazettes. Het biografisch oeuvre van Renaudot is louter compilatiewerk en weinig oorspronkelijk.
DR R. WIARDA
Bibl.: Abrégé de la vie du Prince de Condé (1647); Vie de Michel Mazarin (1648); enz.
Lit.: Gilles de la Tourette, Th. R. d’après des documents inédits (1884); La vie de Th. R. (Paris 1929, Vie des hommes illustres); F. Dahl, F. Petitbon, M. Boulet, Les Débuts de la Presse française. Nouveaux aperçus (Paris - Göteborg 1951).
