Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Theodor ZIEHEN

betekenis & definitie

Duits wijsgeer en psycholoog (Frankfort a.d. M. 12 Nov. 1862), was achtereenvolgens hoogleraar in de psychiatrie te Jena, in de psychologie te Utrecht (igoo-1903), Halle en Berlijn, en van 1917-1930 in de filosofie en psychologie te Halle.

Ziehen vertegenwoordigt een psychologisch positivisme en beschouwt de kennistheorie als de fundamentele wetenschap.Hij’ deelt de kennisfuncties in in gewaarwordingen en voorstellingen, die geen boven het psychische uitgaande werkelijkheid aangeven. Ten slotte wordt deze psychische werkelijkheid nog verder herleid tot een physiologie van de hersenen; hij aanvaardt een partieel parallelisme tussen gewaarwordingen en hersenprocessen. In de logica nadert hij sterk de associatie-psychologie: de aesthetica heeft volgens Ziehen de taak te onderzoeken door welke bijzondere kenmerken het aesthetisch lustgevoel zich onderscheidt van de andere lustgevoelens.

Bibi.: Leitfaden der physiologischen Psychologie (1891, 111924); Psychiatrik (1894, 1907); Erkenntnistheorie auf physikalischer und psychophysiologischer Grundlage (1912, 21934) 5 Die Grundlagen der Psychologie (2 dln, 1915); Lehrbuch der Logik (1920); Grundlagen der Naturphilosophie (1922); Vorlesungen über Aesthetik (1923); Grundlagen der Charakterologie (1930); autobiografie in: Die Philosophie der Gegenw. in Selbstdarst. IV (1923).

Lit.: O. Flügel, Z. und die Metaphysik (1916); Festschr. für Th. Z., in: Zeitschr. f. Psychologie, Abt. 1 (1932).

< >