(spr.: kosjtsjoesjko), Pools veldheer (Mereczowszczyzna, palatinaat Nowogrodek, 12 Febr. 1746 - Solothurn 15 Oct. 1817), leerling van de militaire academie te Versailles, maakte de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1778-1783) als adjudant van Washington mee. In 1786 keerde hij naar zijn land terug en streed in de Poolse burgeroorlog, die na de aanneming van de Constitutie van 3 Mei 1791 uitbrak, tegen de Oudpoolse adelspartij van de Confederatie van Targowice. 17 Juli 1792 verdedigde hij zich met succes bij Dubienka tegen een grote Russische overmacht.
Maar koning Stanislaus Poniatowski pleegde verraad en verbond zich met de Russische partij. Kosciuszko en vele patriotten weken uit, de eerste vestigde zich een tijdlang te Leipzig. In 1794 stelde de Confederatie van Krakau hem als dictator aan het hoofd van regering en leger. Hij overwon de Russen bij Raclawice (4 Apr.), verloor wel is waar tegen de Pruisen bij Rawka (6 Juni), maar sloeg zich door naar Warschau en verdedigde dit tegen Pruisen en Russen van 13 Juli tot 6 Sept. Ten slotte leed hij echter 10 Oct. 1794 de nederlaag in de geweldige slag bij Maciejowice tegen een driedubbele Russische overmacht onder graaf Fersen. Zelf geraakte hij zwaar gewond in gevangenschap. Zijn woorden „Finis Poloniae” blijken onhistorisch. In 1796 gaf Paul I hem de vrijheid op voorwaarde, dat hij nimmer meer tegen Rusland strijden zou. Hij begaf zich nu naar Engeland en in 1797 naar Amerika, vanwaar hij in 1798 als gezant van het Congres naar Frankrijk ging. Hij bleef, o.a. op het Congres van Wenen, Polens onafhankelijkheid bepleiten, maar stond wantrouwend tegenover de plannen van Napoleon en Alexander I om Polen te herstellen. Van 1816 af woonde hij in Zwitserland. Zijn lijk werd op last van tsaar Alexander in de Dom van Krakau bijgezet; buiten de stad werd door de bevolking een hoge heuvel opgericht te zijner ere.
Lit.: R. Arnold, T. K. in der deutschen Lit. (Berlin 1898); Koneczny, K. (1914, Pools); A. Lechner, K. als Menschenfreund u. Wohltäter in der Schweiz (1917); St. Dobrzycki, K. (Wien 1918); A. M. Stalkowski, K. w. swietle nowszych badän (Poznan 1924, K. in het licht v. d. nieuwste onderz.); Idem, Z dziejów insurrekej (Warszawa 1926); Idem, K. en Suisse (1938); A. Tatarinoff, Die neue K.-Anlage in Zuckwil (1942); M. M. Gardner, K.: A Biography (1942); St. Liberek, Pestalozzi u. K. (1946).