Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Teylers stichting

betekenis & definitie

gevestigd te Haarlem, werd in het leven geroepen door Pieter Teyler van der Hulst (Haarlem 1720-1778). Hij maakte de testamentaire beschikking, dat zijn vermogen, met uitzondering van zeker gedeelte, onder het beheer zou worden gesteld van daartoe aangewezen personen, die de naam dragen van directeur.

De stichting omvat twee genootschappen, elk van zes leden, onder de namen: Teylers Godgeleerd en Teylers Tweede Genootschap.

Het eerstgenoemde genootschap moet, volgens beschikking van de stichter, dienen tot bevordering van de Christelijke godsdienst, het tweede tot bevordering van natuurkunde, dichtkunst, geschiedenis, tekenkunst en penningkunde. Elk der beide genootschappen looft jaarlijks een gouden penning uit ter innerlijke waarde van ƒ 400 voor het best gekeurde antwoord op een uitgeschreven prijsvraag. De bekroonde antwoorden zien als Verhandelingen van de betrokken genootschappen het licht. Teylers Stichting bezit thans een palaeontologisch, mineralogisch en physisch kabinet, een verzameling van kunst, een bibliotheek en een penningkabinet. De kunstverzameling bevat grafische kunst van beroemde meesters en schilderijen van Nederlandse meesters der negentiende eeuw. Aan de stichting zijn bekende geleerden verbonden geweest: wij noemen hier Van Marum en Lorentz. Ten slotte zij vermeld, dat Teylers Stichting in Teylers Hofje 24 vrouwelijke ouden van dagen onderhoudt.

Lit.: (over het geslacht) Maria v. Geleyn, wed. J. Teyler, stamboom der Teylers (Amsterdam 1928).

< >