Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Terentius

betekenis & definitie

voluit: Publius Terentius Afer (= Afrikaan), Latijns dichter (Carthago 185 of 195 - 159/158 v. Chr.), is naast Plautus de voornaamste Latijnse blijspeldichter.

Een Berber van afkomst, was hij als slaaf in handen geraakt van een Romeinse senator, Terentius Scaurus, die hem wegens zijn grote ontwikkeling vrijliet. Hij verkreeg toegang tot de kringen van voorname philhelleense Romeinen als Scipio Africanus Minor en Laelius, die hem bij het schrijven zouden hebben geholpen. In het geheel heeft hij 6 comedies geschreven, in de jaren 166-160, naar Griekse stukken van Menander en Apollodorus: Andria (het meisje van Andros), Hecyra (de schoonmoeder), Heantontimoroumenos (de masochist), Eumchus (de gesnedene), Phormio (genoemd naar hoofdpersoon, een parasiet), Adelphoe (de broeders), welke met matig succes werden opgevoerd.Als vreemdeling had Terentius niet de verbinding met het Italische volkstoneel, welke Plautus kenmerkt. Hij schrijft in de beschaafde taal en de humanistische geest van zijn beschermers. Ook blijft hij, ondanks inlassing van scènes uit andere stukken (contaminatie) dichter bij de originelen. Door het weglaten der prologen, die de toeschouwers vooraf de afloop mededeelden, veranderde hij echter de stukken van karakter. In mindere mate dan zijn voorganger Plautus heeft Terentius de ontwikkeling van het moderne blijspel beïnvloed: om zijn bekoorlijke stijl met sententies (zinspreuken) werd hij steeds gaarne gelezen.

Bibi.: uitg. d. R. Bentley (1726); d. K. Kauer-W. M. Lindsay (Oxford 1926); met Fr. vert. d. J. Marouzeau, 3 dln (Paris 1947-’49); met Eng. vert. d. J. Sargeant, 2 dln (London 1912, Loeb Class. libr.). Ned. vert.: Blijspelen, d. J. C. v. Deventer (Haarlem 1862).

Lit.: G. Norwood, The Art of T. (1923); E. Bignone, Storia della lett. latina I (Firenze 1945), p. 406 sqq.; H. W. Lawton, T. en France au XVIe siècle (1926).

< >