is de naam van een politieke organisatie in New York, die op het publieke leven in deze stad een ongunstige invloed heeft uitgeoefend. Zij is kort na de Vrijheidsoorlog in 1789 ontstaan uit een groep, die in deze oorlog de meer democratische middenklassen had vertegenwoordigd, en ontleende haar naam aan een legendarisch Indianenopperhoofd; haar ritueel is ook sterk op Indiaanse folklore geïnspireerd.
In de loop van de 19de eeuw wist deze organisatie de macht in New York in handen te krijgen, vooral door gebruik te maken van de in die stad bij duizenden toestromende immigranten; de „bosses” (oppermachtige partijleiders) Wood (na 1846) en Tweed (na 1867) slaagden er in het politieke leven volkomen te corrumperen en de stad voor tientallen millioenen te benadelen. Een enkele maal gelukte het iets tegen de noodlottige invloed van Tammany Hall te doen, maar na korte tijd herkreeg deze organisatie weer haar macht. Ook in de 20ste eeuw bleef deze „politieke machine” zeer machtig.PROF. DR J. PRESSER
Lit.: W. B. en J. B. Northrop, Insolence of Office (1932); J. E. Finegan, Tammany at Bay (1933); M. Mackaye, Tin Box Parade (1934).