Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Syrus EPHREM

betekenis & definitie

(Nisibis ca 306 - Edessa 9 Juni 373), heilige, kerkleraar, is de beroemdste Syrische dichter, exegeet en zedenprediker uit de Oudheid. Hij was diaken.

Feest in het Oosten op 28 Jan., in het Westen vroeger op 1 Febr., sinds zijn verheffing tot doctor ecclesiae (5 Oct. 1920) op 18 Juni. Na zijn doopsel op 18 (of 28)-jarige leeftijd, werd hij monnik en was waarschijnlijk een tijd lang werkzaam als catechist in zijn geboortestad. Toen deze onder de heerschappij der Perzen kwam (363), verliet hij met vele andere Christenen zijn vaderland. Twee jaar later vinden wij hem als leraar te Edessa aan de beroemde „school der Perzen”, waarvan hij misschien zelf de stichter is.Ephrem heeft ongewoon veel geschreven en, behalve zijn exegetische werken, bijna alles in metrische vorm; volgens Sozomenus ca 3 000 000 regels. Slechts brokstukken er van zijn in de oorspronkelijke taal, het Syrisch, tot ons gekomen; andere geschriften bleven bewaard in vertalingen. Ephrem verklaarde bijna al de boeken van de H. Schrift; de Armeense vertaling van zijn commentaar op het Diatessaron* van Tatianus is van grote betekenis voor de tekstcritiek van de Schrift (z canongeschiedenis). In zijn eigenlijke verhandelingen bestrijdt hij de afgodendienaars, de Gnostieken (z Bardesanes), Marcion* en Mani*. In zijn preken wekt hij de toehoorders vooral op tot een kuis en boetvaardig leven en openbaart een levendige verwachting van de wederkomst des Heren alsmede een grote verering voor Maria, de Moeder van God. De 21 eerste liederen van de Carmina Nisibena beschrijven de jongste geschiedenis van zijn geboortestad Nisibis; de liederen 35-77 zijn gewijd aan de laatste dingen van de mens en de mensheid. De Carmina liturgica of liturgische hymnen bevatten veel onechte of gewijzigde stukken. Het letterkundig oeuvre van Ephrem is nog steeds niet critisch uitgezocht en verzameld. Alleen van de Carmina Nisibena en van het Testament van Ephrem bestaat een voldoende critische uitgave. Ephrem dichtte niet om de kunst zelf, maar met het practische doel te onderrichten en te helpen bidden. Sommige zijner hymnen zijn schoon en aangrijpend; vele zijn volgens onze smaak al te langdradig en vervallen in herhalingen; zij waren niet zonder invloed op de Grieks-kerkelijke poëzie en rhetoriek.

Naar hem wordt een hs. (palimpsest) van het Nieuwe Testament uit de 5de eeuw genoemd, dat gebruikt is voor een gedeelte van zijn ascetische werken (thans in Bibl. Nat. te Parijs) z Bijbel, het N.T. HSS., sub C.

DR V. MOREL

Bibl. (Uitgaven): J. et Ev. Assemani, Opera omnia graece, latine etsyriace (6 dln, Roma 1732 - 1746). Over deze uitgave, zie: R. Ceillier, Hist. gén. des auteurs sacrés, t. VI, 439-521, 2de uitg. (Paris 1860); J. Lamy, S. Ephraem syri hymni et sermones (4 dln, Mechelen 1882-1902. Hier ook het Testament van S. E.); G. Bickell, S. Ephraem syri carmina nisibena (Leipzig 1866). Voor de vele andere gedeelt. uitg. en vert. zie: A. Rücker, art. Ephrem in Lex. f. Theol. u. Kirrch, III 715-718 (Freiburg 1931).

Lit.: E. Emercau, S. Ephremle syrien, son oeuvre littéraire grecque (Paris 1918); A. Baumstark, Gesch. d. syr. Literatur (Bonn 1922); O. Bardenhewer, Gesch. d. altkirchl. Lit., IV, 342-375 (Freiburg 1924); C. Ricciotti, S. Efrem Siro (Torino 1925); J. G ha bot, Littérature syriaque (Paris 1934); L. Harmers- berger, Die Marialogie der ephremischen Schriften (Innsbrück 1938); X. Ducros, Le dogme de Pinspiration chez S. Ephrem d’après ses commentaires de l’Anc. Test., in: Mélanges F. Cavallera, 163-177 (Toulouse 1948).

< >