naam van 2 vorsten van SERVIË.
Stephanus Nemanja,
grootvorst van Servië (Ribnica 1114 - klooster Chilandari, Athos, 13 Febr. 1200). Na veel strijd met zijn broers verkreeg hij in 1170 de Servische troon; hij wist zich onafhankelijk van Byzantium te maken en breidde zijn rijk sterk uit. Aan de Hongaren, met wier steun hij keizer Manuel Comnenus van Byzantium bestreed, moest hij als compensatie Bosnië afstaan. In 1195 trad hij af en werd hij monnik. Hij is de stichter van het vorstenhuis der Nemanjiden, dat tot 1371 regeerde.
Stephanus Doesjan,
tsaar der Serviërs (1308 20 Dec. 1355), werd in 1321, toen zijn vader Stephanus Oerosj III aan de regering kwam, mederegeerder en bij diens gewelddadige dood, waaraan hij waarschijnlijk medeplichtig was, opvolger (1331). Gebruik makend van de verzwakking van het Byzantijnse Rijk door dynastieke strijd veroverde hij Zuid-Macedonië, Albanië, Epirus en Thessalië. In 1346 liet hij zich in zijn hoofdstad Skopje tot keizer der Serviërs en Grieken kronen. Hij heeft zich inderdaad tot de verovering van Constantinopel gereed gemaakt, maar stierf vóór de uitvoering. Onder hem heeft het middeleeuwse Servië zijn grootste uitbreiding bereikt. Hij verhief de Servische aartsbisschop tot patriarch en heeft ook een wetboek laten maken (1349-1354).
Lit.: Jireóek, Gesch. der Serben. I (1911).