Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Stendal

betekenis & definitie

Oostduitse stad met (1946) 40 325 inw. (1939: 35 690), vnl. Evang., gelegen aan de Uchte, is spoorwegkruispunt aan de lijn Berlijn Hannover.

De stad bezit een domkerk uit de 15de eeuw, de Laatgothische Mariakerk en raadhuis en een fraaie i5de-eeuwse stadspoort, het Ünglinger Tor. Het is de hoofdstad van de Altmark en bestaat vnl. van de zuivel-, suiker- en conservenindustrie, alsmede van de handel in landbouwproducten. Ook zijn er bierbrouwerijen, machine- en steenfabrieken. In de omgeving is bloemkwekerij en aspergeteelt. De stad kreeg al in 1160 marktrecht van Albrecht de Beer en was later een aanzienlijk lid van de Hanze.

< >