Fins staatsman, wijsgeer en publicist (Stockholm 12 Mei 1806 - Kyrkslätt 4 Juli 1881), sedert 1835 hoogleraar in de wijsbegeerte te Helsingfors, ging in 1839, nadat hij in 1838 wegens te vrijmoedige uitingen gestraft was, naar Stockholm en hield zich vooral met de studie der wijsbegeerte (Hegel) bezig. Ook buiten Finland trok vooral zijn in het Duits geschreven Die Idee der Persönlichkeit (1841) de aandacht.
In zijn Läran om staten (1842) staat hij reeds veel vrijer tegenover de Hegeliaanse filosofie.
In 1849 ging hij naar Helsingfors, waar hij als leider der Fennomanen, doch in de Zweedse taal, zijn werkzaamheden als publicist voortzette en in 1856 hoogleraar in de wijsbegeerte werd aan de hogeschool. Sedert die tijd nam zijn politieke invloed snel toe. In 1863 werd hij hoofd van het departement van Financiën in de Finse senaat; hij wist volledige gelijkstelling te bewerken van het Fins naast het Zweeds.
Bibl.: Försok till en framställning af logiken (1837); Versuch einer spekulativen Entwicklung der Idee der Persönlichkeit (Tübingen 1841); Läran om staten (Stockholm 1842); Fyra giftermål (novellen, 3 dln, 1842); Samlade arbeten (10 dln, Helsingfors 1892-’98).