(aanvankelijk Rydz-Smigly geheten: in 1936 veranderde hij zijn naam), Pools generaal (Brzezany 11 Mrt 1886), was oorspronkelijk kunstschilder, werd echter een der naaste medewerkers van zijn vriend Pilsoedski. In Nov. 1918 werd hij minister van Oorlog in de zgn.
Lublinse regering; in de strijd met het aanvallende Rode leger veroverde hij in Mei 1920 Kiew en leidde het centrum in de slag bij Warschau in hetzelfde jaar. Hij bleef na de oorlog in militaire dienst en werd 1935 inspecteur-generaal van het leger. Na Pilsoedski’s dood werd hij Nov. 1936 maarschalk van Polen en daarmee de machtigste man in het land. Hij was mèt president Mościcki voorstander van een nieuwe nationale eenheid; het mede door hem opgerichte „Kamp van nationale eenheid”, dat een veelbelovend programma had, bleef echter van weinig betekenis. Bij de Duitse inval in Polen in Sept. 1939 werd hij opperbevelhebber der Poolse strijdkrachten; na de capitulatie vluchtte hij dezelfde maand naar Roemenië, waar hij geïnterneerd werd.