Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SLEUTELBLOEM

betekenis & definitie

(Primula L.), plantengeslacht uit de familie van de Primulaceeën met 210 soorten, meest bergplanten van het Noordelijk Halfrond, overblijvende kruiden met een bladrozet en meest langgesteelde schermen met regelmatige, vaak heterostyle bloemen met een in de knop niet gedraaide buisvormige kroon met een schotelvormige zoom en een bovenstandig vruchtbeginsel, dat tot een met 5 tanden openspringende doosvrucht rijpt. In Nederland vindt men 3 soorten: in weiden en bossen langs de rivieren vrij algemeen P. veris L. (syn. officinalis Hill), met dooiergele bloemen met een wijde kelk, en P. elatior Grufb. (syn. veris β elatior L.), met grotere lichtgele bloemen en een nauwe kelk, beide vroeger als geneesmiddel in gebruik, en, vooral in bossen aan de duinvoet, de Mediterraan-Atlantische P. acaulis Grufb. (syn. veris y acaulis L. of vulgaris Huds.), met zo korte schermsteel, dat de grote lichtgele bloemen afzonderlijk uit de bladrozet schijnen te komen, alle 3 ook in tuinen als sierplant gekweekt met variëteiten in allerlei kleuren, ook gevulde.

Een fraaie tuinsierplant is ook P. denticulata Sm. uit de Himalaja, de Kogelprimula met een half bolvormige bloeiwijze lila, rose of witte bloemen.Voor de rotstuin zijn vele soorten geschikt. In kamers kweekt men veel P. sinensis Ldl., met grote rose of witte bloemen, en P. obconica Hance, met kleinere meest lila bloemen, beide uit China, vooral de laatste voor velen gevaarlijk, omdat het secreet der klierharen huidontsteking kan veroorzaken.

< >