beroemde vrouwenfiguur in de Perzische sagen en kunst. De historische persoonlijkheid, die er aan ten grondslag ligt, is de door haar schoonheid vermaarde Armeense prinses Sjîrîn, de geliefde en vrouw van de Sassaniedische koning Chosrou (Chosroës) II Parwêz (590-628).
Haar plaats in de Perzische literatuur dankt zij aan het romantische epos: Chosrou en Sjîrîn, van de grote dichter Nizâmî (ontstaan 1180, zie Nizâmî), waarin deze de geschiedenis van de liefde en het leed van beiden en haar tragisch aflopende brandende liefde voor de bouwmeester Farhâd op meesterlijke wijze bezingt. Na Nizâmî hebben nog verscheidene andere dichters, w.o. ook de grootste Perzische dichter van Indië, Emir Chorsou (1253-1325), dit onderwerp bij herhaling behandeld.Lit.: H. Duda, Ferhād u. Schīrīn (Prag 1933); en onder Perzië, letterkunde.