Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 24-01-2022

Simon bolivar

betekenis & definitie

(Caracas 24 Juli 1783 San Pedro 10 Dec. 1830), bijgenaamde/ Libertador, de Bevrijder, is de voornaamste politieke persoonlijkheid in de revoluties van Zuid-Amerika tegen Spanje. Hij was de afstammeling van een oudadellijk Spaans geslacht, verloor reeds vroeg zijn ouders en werd door zijn oom opgevoed.

Vervolgens bezocht hij Frankrijk, Duitsland, Italië en Engeland, reisde ook in de V.S. en leerde er de weldadige invloed kennen van vrijzinnige instellingen. Reeds sinds 1805 had hij de overtuiging, dat Zuid-Amerika moest worden bevrijd van het drukkende bestuur der achterlijke Spaanse monarchie, waarbij alleen geboren Spanjaarden een rol konden spelen en waardoor de koloniën in haar economische ontwikkeling werden tegengewerkt. Men kon gebruik maken van de twist tussen de Spaanse koning Karei IV en de kroonprins Ferdinand; vervolgens konden de kolonisten weigeren de troonsbestijging van Jozef Bonaparte te erkennen. Zo werd een revolutionnair comité gevormd, dat in 1810 de Spaanse vertegenwoordiger in Venezuela dwong af te treden en wegens het eerste gekozen locale bewind in deze landen (te Caracas) werd Bolivar naar Londen gezonden ter verdediging van hun belangen en om steun te vinden. Bij zijn terugkeer werd 5 Juli 1811 de onafhankelijkheid uitgeroepen van de republiek Columbia, ook Venezuela omvattend; maar tegen zijn advies werd het bestuur gedecentraliseerd en Bolivar werd zelfs verbannen. Daarna bevond hij zich in Sept. 1812 weer onder de opstandelingen van Nieuw-Granada en werd weldra de ziel van de bevrijdingsoorlog, waaraan hij een groot deel van zijn vermogen ten offer bracht.

Met een klein leger begon hij de oorlog tegen Spanje en vocht met succes tegen de overmacht der Spaansgezinde royalisten. Caracas capituleerde en 4 Aug. 1813 trok Bolivar als overwinnaar de hoofdstad van Venezuela binnen. Hij werd er als bevrijder begroet en met de hoogste burgerlijke en militaire macht bekleed. Daarop volgden de moeilijkste jaren van zijn bevrijdingspogingen: de Spaansgezinde royalisten bleken overal veel sterker te zijn dan de revolutionnairen hadden gedacht, en zij vonden steun bij allerlei elementen die zich om andere redenen tegen Bolivar en zijn aanhangers keerden. De geestelijkheid oefende al haar macht uit om het Spaanse bewind te handhaven. De strijd werd met hardnekkigheid, maar ook met grote felheid en wreedheid aan beide kanten gevoerd, waarbij ook Bolivar zich meermalen aan onmenselijkheden schuldig maakte.

Zijn voornaamste tegenstander was generaal Boves, die op militair gebied zijn meerdere was en vaak over grote strijdkrachten beschikte. Bolivar echter toonde een buitengewoon inzicht in de Zuidamerikaanse toestanden, had een grote mensenkennis en wist zijn medestanders telkens weer op te wekken tot standvastigheid en geestdrift.Op 11 Juni 1814 wordt hij door Boves verslagen (bij La Puerta), moet uit Venezuela vluchten naar Nieuw-Granada en na een nieuwe nederlaag zelfs in Mei 1815 naar Jamaica de wijk nemen. Hij zoekt nu steun bij de negerrepubliek Haïti en doet van daar een eerste landingspoging in Venezuela, die, ondanks zijn belofte van vrijheid aan alle negerslaven, mislukt (1815-1816). In 1817 heeft een tweede landing meer succes, Boves sneuvelt en de llanero’s sluiten zich nu bij hem aan. Doch in 1818 is de tweede slag bij La Puerta weer ongunstig voor Bolivar, die gewond wordt en de wijk neemt uit Venezuela. Nog geeft hij de moed niet op: hij stelt zich in verbinding met de revolutionnairen in Argentinië en komt met een leger, deels uit Britten, Ieren enz. bestaande, in NieuwGranada. Deze tocht dwars over de Andes in de moeilijkste omstandigheden wordt algemeen bewonderd.

De slag bij Boyaca (7 Aug. 1819) is zulk een succes, dat Nueva Granada zich onafhankelijk kan verklaren. Nu gaat hij naar Venezuela terug en te Angostura wordt een nieuwe republiek Columbia uitgeroepen, die Venezuela, Nieuw-Granada en Quito zal omvatten, en waarvan hij president wordt (17 Dec. 1819). Deze overwinning is definitief: de Spaansgezinden, zwak gesteund uit het moederland (waar in 1820 een revolutie uitbrak), kunnen zich nog een tijd te Car&cas staande houden, maar na de slag bij Carabobo (24 Juni 1821) is hun macht volkomen gebroken.

Van het N.W. uit kan nu het overige Westen worden bevrijd en deze taak is het, die weer Bolivar, die geen presidentschap begeerde, op zich neemt. In een tweede avontuurlijke tocht over de Andes trekt hij 1822 naar Quito, verslaat de Spaansgezinden bij Bombona (7 Mrt 1822) en vestigt er het nieuwe gezag. Vervolgens wordt Perü, waar ook de revolutie al uitgebroken was, gesteund: hij verslaat zijn tegenstanders bij Junin (6 Aug. 1824) en zijn trouwe medestander, generaal Sucre*, behaalt een beslissende overwinning bij Ayacucho (9 Dec. 1824). Het is dan weer Bolivar, die het bestuur organiseert en ook Opper Peni bevrijdt, dat zich, te zijner ere, organiseert tot zelfstandige republiek Bolivia (1825).

Intussen waren in Columbia bloedige burgertwisten uitgebroken. Velen, die zelf graag een rol speelden of particuliere belangen nastreefden, wensten de koloniën afzonderlijk te houden, terwijl Bolivar en de zijnen meenden een grotere eenheid, centraal geregeerd, te moeten stichten, ten minste het gehele N.W. omvattend. Als hij in Car&cas komt, herstelt zich wel tijdelijk de eenheid, en hij kan een ware triomftocht houden; daarop dringt hij nogmaals, als reeds vaak, aan op ontslag, dat hem gegeven wordt (1827). Maar al gauw herleven de twisten; een poging van hem, om de eenheid te behouden, mislukt (Conventie van Ocaria, Apr. 1828) en meer en meer wint het separatisme veld. Nog voordat Bolivar, die reeds lang ziek was (tuberculose), in ballingschap (in Nieuw-Granada) sterft, heeft Columbia zich in vieren gedeeld: Venezuela, Nieuw-Granada, Columbia en Ecuador. Pogingen door hem aangewend om een meer algemeen Zuidamerikaans verbond tussen alle nieuwe republieken te vestigen waren geheel mislukt. Pas veel later heeft men zijn werk ten volle gewaardeerd en is met grote luister zijn stoffelijk overschot in Caracas bijgezet.

DR H. A. ENNO VAN GELDER

Lit.: Shenwell, Bolivar (ig2i); M. André, B. et la démo-cratie (Paris 1924); Mancini, B. et 1’émancipation des colonies esp. des origines & 1815 (Paris 1912); Villanueva, B. y el general San Martin (1911); Correspondencia (2 dln, New York 1866); het gouvernement van Venezuela publiceerde 22 dln documenten over B. en zij'n werk (Carécas 1826-1833). Voorts: Th. Rourke, S. B. (New York 1941); J. B. Trend, B. and the Independence of Spanish America (London 1947).

< >