stad en gezondheidsoord in de oostelijke Pendsjaab (India), ca 450 km ten N. van Delhi. De stad telt (1941) ca 20.000 inw., ’s zomers aangroeiend tot ca 92.000 inw. en was sedert 1864 de zomerresidentie van de Brits-Indische onderkoning.
De stad ligt dicht bij de Satledsj, op een met bos bedekte bergrug in de centrale Himalaja, op ca 2160 m hoogte en is door een bergspoor (103 tunnels) met Kalka in de vlakte verbonden. Behalve het paleis van de onderkoning bezit zij een groot aantal officiële gebouwen en hotels, vaak in een ietwat bizarre stijl. De woonwijken bestaan grotendeels uit bungalows. Simla is door zijn, in verhouding tot de vlakte, koel zomerklimaat (Jan. 4,5 gr. C., Juli 19,8 gr. C., jaargem. 12,7 gr.
C.) als zomerverblijfplaats zeer geschikt. De regenval bedraagt Nov.-Febr. 161 mm, Mrt-Mei 183, Juni-Oct. 1893 mm. Er is enige export van fruit en wol.