kleinzoon van Karl Kaspar, zoöloog (Würzburg 16 Febr. 1804 - München 7 Apr. 1885), studeerde in Berlijn en Göttingen medicijnen, en werd in 1840 professor in Erlangen, in 1845 te Freiburg, in 1850 te Breslau, in 1853 te München, eerst als physioloog en anatoom, later zich tot het laatste vak beperkende. Hij onderzocht ook het leven der bijen, ontdekte de parthenogenese bij insecten.
Hij was een van de stichters van het Zeitschrift für wissenschaftliche Zoologie.Bibl.: Lehrbuch der vergleichenden Anatomie der wirbellosen Tiere (1848); Observationes de Salamandris et Tritonibus (1828); Beiträge zur Naturgeschichte wirbelloser Tiere (1839); Ueber Band- und Blasenwürmer (1854); Wahre Parthenogenesis bei Schmetterlingen und Bienen (1856); Beiträge zur Parthenogenesis der Arthropoden (1871); Die Süsswasserfische von Mitteleuropa (1863).
Lit.: R. Hertwig, Gedächtnisrede, Sitz. Ber. K. Bay. Akad. d. Wiss. zü München, 29 III 1886.
