Vlaams letterkundige (Antwerpen 22 Sept. 1805 - Moortsele 6 Apr. 1872), promoveerde in de rechten te Leuven (1832) en werd in 1835 hoogleraar te Gent. Hier gaf hij met Blommaert, Frans de Vos en anderen het eerste Vlaamse tijdschrift, Nederduitsche Letteroefeningen (1834), uit.
In 1839 stichtte hij met Blommaert het genootschap van de Vlaamsche Bibliophielen te Gent. Ook aan het tot stand komen van de Nederlandse taalcongressen heeft hij meegewerkt. Hij gaf een groot aantal Middelnederlandse geschriften uit, o.a. De Grimbergsche oorlog (Gent 1852- 1854, met Blommaert) Homulus (ibid. 1857), Baghijnken van Parijs (ibid. 1860) en liet met andere geleerden het Vaderlandsch Museum voor Nederduitsche letterkunde, geschiedenis en oudheid verschijnen (5 dln, 1855-1863).
