(Lat.: selectio), betekent lett. keus. In het bijz. passen de kwekers haar toe als zij, tot het verkrijgen van bepaalde vormen, sommige individuen wèl, andere niét voor de voortplanting gebruiken.
Voor zaad worden alleen bepaalde, mooie planten gebruikt; men kan de opbrengst van een tarwe-akker aanzienlijk verhogen, door slechts de planten met grote, fraaie aren voor het weder zaaien te gebruiken. De meeste huisdieren zijn ontstaan, doordat men alleen de dieren met de kenmerken, die men gaarne ziet, voor de voortplanting bestemde. Volgens Darwin (The Origin of Species by Means of Natural Selection, London 1859) is er ook in de natuur door de strijd om het bestaan (struggle for life), die de planten en dieren voeren, een selectie, waardoor de geschiktste overblijven (survival of the fittest) en tot voortplanting komen (zie afstammingsleer).
