Frans schrijver (Caen 22 Aug. 1624 - 25 Mrt 1701), was meer dan 20 jaar secretaris van Mlle de Montpensier, aan wie hij zijn naam leende voor een paar door haar geschreven romans. Evenzo voor Mme de la Fayette’s romans Zaïde en La Princesse de Clèves, omdat het voor een dame uit de hogere kringen in die tijd als onbetamelijk gold zelf te publiceren.
Zelf vertaalde hij de Georgica van Vergilius en beoefende verder de pastorale poëzie, maar de algemeen bewonderde 7 églogues uit zijn Diverses poésies (1658) zijn weinig oorspronkelijk en vrij prozaïsch. Voor zijn gedicht Athys had hij de inspiratie gevonden in D’Urfé’s Astrée In de Nouvelles françoises (1656) vindt men de gebruikelijke romaneske onwaarschijnlijkheden, maar toch meer realisme dan in de romans van Mlle de Scudéry en ze zijn veel korter. Zijn roman Bérénice (1648) behandelt een modethema.
Lit.: M. A. Raynal, La Nouvelle française de Segrais à Mme de la Fayette (1927); W. T. Tipping, J. R. de S. (1933).