voorwerpen van steen of aardewerk, in de vorm van een kever, Scarabaeus sacer. Deze kever, waarvan de Egyptische naam (Cheprer) etymologisch met het werkwoord „worden” (cheper) samenhangt, gold bij hen als symbool van: worden, ontstaan, opstanding, en in het bijzonder van de opgaande zon. Daarom legde men zulk een scarabee op de mummie boven de plaats van het hart, dat niet uit het lichaam verwijderd werd.
Zo is het althans in de tijd, waaruit wij mummies bezitten. Godsdienstige teksten veronderstellen echter een ouder gebruik, waarbij het hart wel verwijderd werd en de scarabee in plaats daarvan in de mummie gelegd werd. Op de vlakke onderzijde der scarabeeën staat dikwijls hoofdstuk 30 van het Dodenboek, dat zich tot het hart van de dode richt en dit gunstig voor de dode bedoelt te stemmen. Behalve als hartscarabeeën waren scarabeeën ook als amulet of sieraad in gebruik. Een enkele maal heeft een koning scarabeeën uitgegeven met een inscriptie ter herinnering aan belangrijke gebeurtenissen. De symboliek leeft nog voort in de Oudchristelijke tijd, waarin de scarabee nog als symbool van Christus voorkomt.Lit.: K. Sethe, Zur Gesch. der Einbalsamierung bei den Ägyptern u. einiger damit verbund. Bräuche (Berlin 1934).