Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Savinien cyrano de bergerac

betekenis & definitie

bizar Frans dichter en toneelschrijver (Parijs 6 Mrt 1620 - Sept. 1655), was de zoon van Abel de Cyrano, heer van Mauvières en Bergerac, en ontving, samen met zijn vriend en lateren biograaf Henri Lebret, zijn opleiding bij een dorpspriester. Vervolgens studeerde hij te Parijs aan het collége Beauvais, waar zijn leermeester Jean Grangier was, dien hij later in zijn Le Pédant joué (1654) belachelijk maakte.

Met 19 jaar trad hij tot de koninklijke garde toe, diende in de campagnes van IÖ39-’4° en begon zijn reeks wilde wapenfeiten — vooral meer dan duizend tweegevechten, gewoonlijk uitgelokt door zinspelingen op zijn wanstaltig grote neus — waarin hij zijn leven telkenmale waagde. Het bekende verhaal van zijn alleen-standhouden tegen 100 gewapende vijanden wordt door Lebret de zuivere waarheid genoemd. Na twee jaar verliet Cyrano de dienst, waartoe zijn wonden hem verder ongeschikt maakten en begon tragedies naar de toen gangbare klassieke mode te schrijven. Daar hij echter, als leerling van Gassendi, van te vrij denken werd verdacht, ontdekten zijn vele vijanden in zijn Mort d’Agrippine (1654) godslasterlijke passages. Zijn merkwaardigste werken zijn de twee fantastische verhalen L’Histoire comique des états du Soleil (1662) en L’Histoire comique des états de la Lune (1656?). Cyrano’s schrander vermengen van wetenschap en verdichting leverde het model voor vele latere schrijvers, als Swift en Poe.

Ook te Parijs bleef Cyrano in duels en twisten (o.a. met den acteur Montfleury, den dichter Scarron) verwikkeld. In 1654 werd hij door een stuk hout, dat van het huis van zijn beschermheer, den Duc d’Arpajon, neerviel, zwaar gewond. Zijn roep van vrijdenker dwong hem, toevlucht bij vrienden te Parijs te zoeken, waar hij stierf.Door Rostand’s vermaard drama Cyrano de Bergerac (1897), dat zich vrij precies aan de feiten houdt, is de dichter-vechtjas opnieuw algemeen bekend geworden. Dank zij Rostand werd Cyrano de meest populaire figuur uit het „fin de siècle”, een figuur, kan men zeggen, waarin de hoofdmotieven van romantisme, parnassisme en decadentisme in Frankrijk versmelten in een gestyleerde vorm, nl. niet meer innerlijk worden beleefd, maar veeleer voorgesteld in hun effecten en in een hun eigen decoratief lyrisme. Cyrano is vooral daarom zulk een intens theatrale figuur, omdat hij het eerste en meest veeleisende publiek van zichzelf is, evenwel met een eerlijkheid, waardigheid en goedheid die beletten dat hij in pose vervalt. In zekere zin leeft Cyrano, véél meer dan als de historische figuur, door Rostand’s werk voort als de laatste „welsprekende toneelheld” vóór het intreden van een meer verzwegen, meer „intimistisch” theater. MR H. VAN DEN BERGH

Bibl.: Een moderne uitg. van C. deB.’s OEuvres comiques, galant es et littéraires, in 2 dln, verzorgd door P. L. Jacob (Paul Lacroix), verscheen in 1858 (nieuwe uitg. 1900) met de oorspr. voorrede van H. Lebret bij de Hist.com. des états de la Lune (1656?). De Histoires comiques — reizen naar zon en maan met fysische, metafysische en satirieke opmerkingen — nagevolgd o.a. door Voltaire (Micromégas) en Swift (Gulliuer’s Travels). Van G. de B. voorts: Lettres; het treurspel Mort d’Agrippine (1654), het blijspel Le Pédant joué (waaruit Molière ruim putte voor Les Fourheries de Scahin).

Lit.: P. A. Brun, Savinien de C. de B. (1894); E. Magne, Le G. de 1’histoire (Paris 2i903); H. T. Gorsse et J.

Jacquin, La jeunesse de C. de B. (Paris 1904); H. Dübi, C. de B., Leben u. Werke (1906); F. Lachèvre, C. de B. (1920); L. R. Lefèvre, La Vie de G. de B. (1927).

Studies over G. de B. van Charles Nodier (1841), F. Merilhon (Périgueux 1856), FourgeaudLagrèze, in Le Périgord litt., 1875, en Théophile Gautier, in Grotesques.

< >