Vlaams politicus (Kortemark 21 Jan. 1886 - Brussel 10 Mrt 1940), studeerde handels- en consulaire wetenschappen alsmede politieke en sociale wetenschappen te Leuven en te Berlijn. In 1913 werd hij benoemd tot hoogleraar te Leuven.
Tijdens Wereldoorlog I vertoefde hij in Frankrijk als secretaris van minister Helleputte (Mrt 1915 - Nov. 1918). Op 16 Nov. 1921 werd hij door het arrondissement Tielt tot volksvertegenwoordiger verkozen. Van 23 Mei 1932 tot 12 Juni 1934 was hij minister van Openbare Werken, van 17 Dec. 1932 tot 12 Juni 1934 van Landbouw en Middenstand, van 12 Juni tot 20 Nov. 1934 van Financiën. Zijn scherpe uitlatingen en onverzettelijke vasthoudendheid in verband met financiële aangelegenheden, welke Katholieke personaliteiten en instellingen in opspraak hadden gebracht, bezorgden hem moeilijkheden in de schoot van zijn partij. Op 16 Apr. 1939 trad hij als minister van Economische Zaken en Middenstand in de regering Pierlot en bleef dit tot zijn plotseling overlijden in 1940.