Italiaans architect van paleizen en militaire werken (Verona 1484 - begin Sept. 1559), leerde in Verona en later in Rome de resten van antieke gebouwen kennen, waarvan een grote invloed op zijn werk is uitgegaan. Hij werkte twintig jaar in Midden-Italië, waar hij te Rome samenwerkte met Bramante en Antonio da Sangallo de Jongere.
Hij was beroemd als bouwer van bevestigingswerken, waarvoor hij naar zeer veel plaatsen werd geroepen, tot Kreta toe. Deze waren, evenals zijn civiele architectuur, aesthetisch verantwoord. Waarschijnlijk heeft hij tussen de twee geen scheidingslijn getrokken.Zijn bekendste militaire werken zijn de Porta Nuova (1533) en de Porta del Palio (1550) in Verona. Zijn belangrijkste werk is het Pal. Bevilacqua te Verona (1530) met een gevelindeling als van een Romeinse triumfboog. Hier bouwde hij later nog het Pal. Pompei en het Pal. Canossa, terwijl hij in Venetië het Pal.
Grimani (1537) en het Pal. Corner a S. Paolo (1543) ontwierp, waarbij hij zich aan de Venetiaanse stijl aanpaste. Op het gebied van de kerkbouw is de Pellegrini-kapel bij S. Bernardino in Verona het belangrijkst, waarmee hij vijftig jaar na haar ontstaan Bramante’s S. Pietro in Montorio te Rome vrijwel copieerde.
Lit.: E. Langenskjöld, M. S. (1938 Eng.).