(República de El Salvador), Middenamerikaanse republiek aan de Grote Oceaan, wordt begrensd door deze zee en aan de landzijde door Guatemala in het N.W. en Honduras in het N.O., groot 34.126 km2, telt (1951) 1.920.000 inw. Salvador is de kleinste, maar dichtst bevolkte republiek van Centraal-Amerika en is de enige zonder Atlantische kust.
Bodemgesteldheid en klimaat.
De Cordilleras van Guatemala zetten zich voort in Salvador met twee ketens, waarvan die langs de kust vele vulkanische bergen bevat. De meeste hiervan zijn evenwel niet actief; van de nog werkende vulkanen moet de Izalco genoemd worden, de meest actieve vulkaan van geheel Centraal-Amerika. Hij fungeert voor de zeevarenden als lichtbaken en schijnt een grote rol te spelen in de veelvuldige en vaak verwoestende aardbevingen. Van de i.h.a. niet hoge toppen is de Santa Anna met 2420 m de hoogste. Tussen beide ketens ligt een plateau van ca 600 m hoogte, waar het grootste deel van de bevolking woont. Naar het O. gaat het landschap geleidelijk over in een droger heuvelland.
Langs de kust ligt een tot 25 km brede strook laagland, dat zeer vruchtbaar is. Van de ca 150 rivieren, die door haar grote verval een sterk eroderende werking op het landschap uitoefenen, is de Lempa de grootste; deze is over 160 km bevaarbaar. Naast de rivieren kunnen in de toekomst ook de prachtige, diep gelegen meren een grote rol spelen in de electriciteitsvoorziening van grote gebieden. In de onmiddellijke nabijheid van San Salvador, de hoofdstad, ligt het 75 km2 grote Ilopango-Meer, een bekend ontspanningsoord. Het klimaat is gematigd tropisch, dat in de bergen door de hogere ligging wordt getemperd. De gemiddelde jaartemperatuur in de hoofdstad is 23,2 gr.
C. Het natte seizoen duurt van Juni tot Oct. In Mei, als de zon in het zenith staat, worden de hoogste temperaturen genoteerd.
Bevolking.
De bevolking is in veel sterker mate gemengd dan die van Guatemala en bestaat voor het grootste deel uit Ladino’s en Mestiezen, terwijl raszuivere Indianen minder dan 6 pct van de bevolking uitmaken en ook het aantal oorspronkelijke Spanjaarden gering is. Het geboortecijfer is, evenals in de omliggende landen zeer hoog, nl. 48,7 in 1950. Het sterftecijfer bedraagt 14,8. De grote winsten van de koffiecultures brachten een sterk verhoogde levensstandaard voor de gehele bevolking met zich mee, hoewel er nog steeds emigratie in buurstaten plaats vindt. De godsdienst is het Rooms-Katholicisme, de taal Spaans. Onderwijs is vrij en verplicht, maar in 1948 was bijna de helft van het aantal huwenden analphabeet.
De nationale universiteit telde in 1949 ruim 1100 studenten en 147 professoren. De belangrijkste steden zijn de hoofdstad San Salvador met (1950) 160.400 inw., Santa Ana (51.700), San Miguel (26.800) en Nueva San Salvador (19.600).
Economische structuur.
Landbouw is het hoofdmiddel van bestaan en wordt vrij intensief bedreven op de vruchtbare vulkanische bodem. Moderne landbouwmethoden worden door de regering doorgevoerd en dikwijls met succes. Verreweg het voornaamste product is koffie, dat in grote hoeveelheden wordt geëxporteerd (koffie maakt 80 pct van de exportwaarde uit). Voor de binnenlandse markt worden maïs, cacao, tabak en katoen geproduceerd. De houtexport blijft beperkt tot kostbare houtsoorten als balsa, ceder en mahonie. In de oostelijke departementen worden goud en zilver gewonnen; de rijke voorraden ijzererts, koper en lood worden onvoldoende geëxploiteerd.
De industrie wordt in haar ontwikkeling geremd door gebrek aan kolen, hydro-electrische energie en petroleum en beperkt zich tot de bewerking van grondstoffen van het eigen land (koffiebranderijen). De handwerksnijverheid, die het gebrek aan industrie ten dele compenseert, wordt door de regering beschermd door importrestricties.
Handel en verkeer.
De handelsbalans is reeds lange tijd actief.
(in millioenen colones; 1 $ U.S. = 2,5 colones)
1938 1946 1948 1950 1951
Export 25,9 63,5 112,4 171,0 211,6
Import 22,9 52,2 103,7 125,6 159,5
De V.S. namen 86 pct van de export en leverden 67 pct van de import, welke in hoofdzaak bestaat uit machines, tarwe, petroleum en cement.
Alle productieve centra van Salvador zijn onderling verbonden door een goed wegennet van totaal bijna 1800 km. De Pan American Highway doorkruist het land van O. naar W. en vormt de belangrijkste verbinding met Guatemala en Honduras. Het spoorwegnet heeft een lengte van 615 km en wordt geëxploiteerd door een Britse en een Amerikaanse maatschappij. Van de drie Pacific-havens is La Unión de enige met een werkelijke haven, waaraan een werf met dok verbonden is. Bij de andere, La Libertad en Acajutla, ankeren de schepen op de rede. In de provincie Sonsonate wordt een nieuwe grote zeehaven aangelegd.
Ingevolge een overeenkomst met Guatemala kan Salvador vrij gebruik maken van de Atlantische haven Puerto Barrios, waarmee het dan ook door een spoorlijn is verbonden. Het vliegverkeer is in Amerikaanse handen en richt zich op de moderne vlieghaven bij Ilofango.
Bestuur.
In 1839 ontbond de Centraalamerikaanse Federatie zich in Guatemala, Honduras, Nicaragua, Costa Rica en Salvador, waardoor dus ook deze laatste staat onafhankelijk werd. De constitutie van 1886, die in 1939 werd vervangen, is sinds 1945 weer van kracht. De wetgevende macht is gevestigd in de Nationale Vergadering, welke uit 52 leden bestaat, gekozen voor 2 jaar. Sinds 1950 bestaat er ook kiesrecht voor vrouwen. De president, die voor 6 jaar wordt gekozen, bezit veel macht; hij wordt bijgestaan door een kabinet van 10 leden. Het land is verdeeld in 14 departementen, ieder onder een gouverneur.
Vlag, wapen en volkslied.
De vlag bestaat uit 3 horizontale banen, blauw, wit en blauw, met in de witte baan het wapen. Dit bestaat uit een driehoek, waarin de zon boven een berggroep opkomt. Een van de bergen draagt de vrijheidsmuts. Het volkslied: Saludemos la patria orgullosos (Laten wij trots het vaderland begroeten) werd gecomponeerd door J. Aberle; de tekst is van J. J. Canas.
Geschiedenis.
Salvador werd in 1524 voor Spanje veroverd door Pedro de Alvarado, een van Gortez’ medegezellen, en bleef als een onderdeel van Guatemala, tot aan de opstand van 1821 Spaans bezit. In 1823 trad het toe tot de Centraalamerikaanse statenbond die, na onverpoosde strijd tussen Conservatieven en Liberalen, in 1839 uiteenviel. Nog van korter duur waren de latere pogingen om een Centraalamerikaanse staat op te richten, waarin ook Salvador opgenomen was (1842-’45, 1889-’90, 1894-’98 en 1921). Die pogingen, afgewisseld met grensgeschillen met zijn naburen, o.a. de oorlog tegen Guatemala van 1905-’06, waarna de vrede in een paar uren gesloten werd aan boord van een Amerikaanse kruiser (paix du mal de mer), alsook de in vrijwel alle Latijns-Amerikaanse staten gebruikelijke staatsgrepen en binnenlandse wanordelijkheden maken het stramien uit van de verwarde lotgevallen van het kleine staatje. In Wereldoorlog I bleef Salvador neutraal, in Wereldoorlog II verklaarde het in Dec. 1941 de oorlog aan de As-mogendheden. Thans zijn weer strevingen op gang om een Centraalamerikaanse federatie te stichten, die ditmaal juist van Salvador uitgaan (Pact van San Salvador, 14 Oct. 1951). In Mei 1951 heeft een geweldige aardbeving duizenden mensenlevens gekost en ontzettende schade aangericht.
PROF. DR J. A. VAN HOUTTE
Lit.: F. Gavidia, Historia moderna de El S. (San Salvador 1917).
Nederland-Salvador.
Nederland heeft bij de regering van de Republiek Salvador een diplomatieke vertegenwoordiger in de rang van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister geaccrediteerd. Hij is gevestigd te Havana (Cuba) en is tevens gezant aldaar en bij enkele andere Middenamerikaanse republieken. Salvador heeft geen gezant bij het Nederlandse Hof. Nederland heeft een vice-consulaat te San Salvador (de post wordt thans bezet door een consul-generaal). Salvador onderhoudt consulaten te ’s-Gravenhage en Rotterdam, alsmede op Aruba.