Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HONDURAS

betekenis & definitie

(República de Honduras), een republiek in Centraal-Amerika, groot 115 205 km2 met (1949) 1 326 000 inw., strekt zich uit tussen 13010' en 16°2' N.Br. en tussen 83°11' en 89°25' W.L. v. Gr.

De republiek die in het N. over een lengte van 650 km aan de Caraïbische Zee (Golf van Honduras) en in het Z. over een lengte van 100 km aan de Grote of Stille Oceaan grenst, heeft als naburen in het Z.O. Nicaragua, in het Z.W. San Salvador en in het N.W. Guatemala. In het N. behoren nog de Baai-eilanden, in het Z. de voornaamste eilanden in de Golf van Fonseca tot Honduras.Bevolking

Volgens de volkstelling van 1949 bedroeg het aantal inw. 1 326 000 (in 1930 860 000), van wie het merendeel Ladino’s (een gemengd ras uit Spanjaarden en Indianen); meer dan 35 000 Indianen, verder Europeanen, Creolen en Negers. Deze laatsten worden in groten getale aan de Atlantische kust aangetroffen, waar zij vooral werkzaam zijn op de plantages; de immigratie is thans verboden. De bevolking is (voor 89 pct) R.K. met de bisschop van Comayagua als geestelijk hoofd. In de grondwet is vrijheid van godsdienst neergelegd; de staat heeft generlei bemoeienis met de godsdienst noch verleent hij enige subsidie.

Onderwijs is kosteloos, openbaar en verplicht van het 7de tot het 15de jaar. 50 pct van de totale bevolking is analphabeet. Er zijn 2 universiteiten, w.o. de Nationale Universiteit in de hoofdstad.

Staatkundig wordt Honduras in 17 departementen en het vrijwel niet geëxploreerde en bijna geheel door niet-Spaans-sprekende Indianen bewoonde territorium La Mosquitia verdeeld. Het departement Francisco Morazan met 192 172 inw. is verreweg het grootste. De landshoofdstad is Tegucigalpa (70 170 inw.); de tweede belangrijkste plaats is San Pedro Sula (24 425 inw.), het middelpunt van de bananen- en suikerrietteelt en met een belangrijke verzorgende functie voor het binnenland van Noord- en West-Honduras. De voornaamste havenplaatsen zijn: Ampala (ca 3000 inw.), aan de Grote Oceaan, gelegen op het Tigre-eiland in de Golf van Fonseca; La Ceiba (13 456 inw.); Puerto Cortéz (8837 inw.), de grootste haven aan de Atlantische Oceaan, de afscheephaven van de Potrerillos-spoorweg; Roatan, de haven van de Baai-eilanden, met scheepsbouw, in de 17de en 18de eeuw een schuilplaats voor zeerovers; Trujillo (3265 inw.), eertijds het handelscentrum op de Atlantische kust. Verdere plaatsen van betekenis zijn: Choluteca (ca 5000 zielen), een 16de-eeuwse stad, met in de omgeving koffie- en veeteelt benevens mijnbouw; Comayagua, de vroegere hoofdstad met 4750 inw., het door een goudmijn in betekenis toenemende Danli; Juticalpa, gelegen in het vruchtbare landbouwdistrict Olancho; La Paz, hoofdstad van het gelijknamige departement, een van de oudste steden van het land; Puerto Castillo aan de baai van Trujillo, eertijds een bananencentrum (United Fruit Company); San Juancito met zijn Rosario goud- en zilvermijn; Santa Rosa de Copán, de grootste stad van Noord-Honduras, belangrijk voor mijnbouw en veeteelt, met een overwegend Indiaanse bevolking; Tela, met een goede haven (afscheep van bananen).

Middelen van bestaan. Ca 75 pct van de bevolking is op het platteland gevestigd.De landbouw is echter weinig ontwikkeld en bepaalt zich hoofdzakelijk tot de teelt van voedingsgewassen. Uitgevoerd worden o.a. bananen, kokosnoten, koffie en tabak.

De eerste twee genoemde zijn afkomstig van de kust van de Atlantische Oceaan. Banaanaanplantingen worden alleen aangetroffen aan de noordkust en in een strook tot 95-110 km van de kust. Vele gronden zijn echter wegens bodemmoeheid verlaten; suikerriet heeft daar de plaats van de banaan ingenomen. Twee grote Amerikaanse maatschappijen beheersen de bananenteelt, die in 1948 22 604 ha omvatte. Koffie is hoofdzakelijk een product van de kleine landbouwers. Van de tabak wordt meer dan de helft, hetzij als blad, hetzij in de vorm van sigaren, uitgevoerd.

Maïs is het voornaamste voedingsgewas. De veestapel levert vlees en huiden voor uitvoer, terwijl vnl. varkens worden geëxporteerd.

De republiek bezit grote uitgestrektheden bos en de uitvoer van hout (mahonie, ceder- en grenen-) is aanzienlijk. Naast hout worden ook bosproducten gewonnen (hars, terpentijn) en plantaardige oliën (corozo, citronella, sarsaparilla (Am. winde) en rubber).

De bodem bevat tal van delfstoffen, maar slechts de winning van zilver en goud is van betekenis. Van de talrijke zilvermijnen is die van San Juancito, op 32 km van de hoofdstad gelegen, verreweg de voornaamste. De zilver- en goudwinning is vrijwel geheel in handen van twee grote (Amerikaanse) maatschappijen. Koper en ijzer komen voor nabij Olanchito (Yoro), terwijl in de omgeving van Tegucigalpa bovendien steenkolen worden aangetroffen.

In 1948 werd de wet opmijnbouwconcessies aangevuld; hierbij werd bepaald dat de helft van de arbeidskrachten uit Hondurezen moet bestaan, verder dat de concessies niet verhandeld kunnen worden en dat voor mijnbouwarbeid geen Aziaten of Negers mogen worden ingevoerd.

Industrie

is het land weinig ontwikkeld; de industrie voorziet voor een deel in de locale behoeften.

Handel

Economisch is de republiek door sterke banden met de V.S. verbonden. De handel met de voornaamste landen was, naar handelswaarde in percentages uitgedrukt:

EXPORT

1937 1938 1948 1949
V. S 90 82 81 68

San Salvador 1 2 6 14

Canada — — 6 5

IMPORT

1937 1938 1948 1949
V. S 58 62 79 79

Japan 15 9 3

Duitsland 10 11 —

De samenstelling van de buitenlandse handel was, naar handelswaarde in percentages uitgedrukt :

EXPORT

1937 1938 1948 1949

Bananen 77 74 68 66

Zilver 13 12 7 5

Kokosnoten i i 6 3

Verkeer

In de afgelegen delen van de republiek heeft het transport van mensen en goederen plaats door middel van ossenwagens en muilezels, maar in een groot deel van het land is het vliegtuig het middel van vervoer geworden, dank zij talrijke vliegvelden. In 1943 werd het Hondurese deel van de Inter-American highway voltooid, zodat de republiek thans met het wegennet van Guatemala, San Salvador en Nicaragua is verbonden. De twee voornaamste wegen zijn de Carretera del Sur en de Carretera del Norte. Door een combinatie van auto- en spoorwegen is er een verbinding van kust tot kust verkregen, waarlangs ongeveer de helft van de ingevoerde goederenhoeveelheid wordt getransporteerd.

Het spoorwegnet heeft een lengte van 1480 km; 1377 km zijn eigendom van particulieren. De hoofdstad heeft geen spoorwegaansluiting en er bestaat evenmin aansluiting met buitenlandse netten.

Bestuur

De tegenwoordig geldende grondwet dateert van 1936. De wetgevende macht berust bij het Congres, samengesteld uit 49 leden (1 op 25 000 inw.), die voor 6 jaar gekozen worden. Het Congres komt ieder jaar voor ten minste 60 en ten hoogste 100 dagen bijeen. Een vaste commissie van 5 leden zorgt, als het Congres niet bijeen is, voor de behandeling van de lopende zaken. De uitvoerende macht is in handen van de president, die voor 6 jaar bij directe stemming gekozen wordt, bijgestaan door een raad van zes ministers.

Munteenheid, enz.

Sinds 1931 is de goudlempira de munteenheid, waarbij de lempira op 50 cents U.S. werd gefixeerd.

De invoering van het metrieke stelsel van maten en gewichten dateert van 1897, maar Engelse en Spaanse maten en gewichten worden eveneens gebruikt.

Wapen

Het wapen bestaat uit een op een blauwe achtergrond uit het water zich verheffende pyramide van goud, waarvoor verder op de voorgrond twee rode torens, waartussen zich een groene berg vertoont, gedekt door een stralende, rode vrijheidsmuts; de beide torens zijn door een regenboog met elkaar verbonden. Het devies is: Dios, Union y Libertad (God, Eenheid en Vrijheid). Op de zilveren schildrand staat: „Repca de Honduras Libre Soberana Independente 15. Septembre 1824”. De landskleuren zijn blauw, wit, blauw. De tekst van het volkslied (compatriotas, de Honduras las fueros) is van A.

C. Coello, muziek van C. Hartling.

Lit.: Edw. Schuster, Guide to the Law and Legal Literature of Central American Republics (New York 1937); P. Keenagh, Mosquito Coast (London 1938); C. M. Wilson, Central America (New York 1941); V. W. von Hagen, Jungle in the Clouds (London 1945); J.

F. Durón, Indice de la bibliografia hondurena (Tegucigalpa 1946); Republic of Honduras. Review of Commercial Conditions, Sept. 1948. H.M.S.O. (1949); W. S. Stokes, Honduras, an Area Study in Government (1950).

Letterkunde

In de bloeiende Spaans-Amerikaanse letterkunde neemt de kleine republiek Honduras een bescheiden plaats in. In het eind van de vorige eeuw nam de productie van Froylán Turcios (Juticalpa 1877 - S. José, Costa Rica, 1943) een aanvang; als dichter behoort hij tot de Neoromantiek. Hij was politicus en diplomaat. Zijn beste roman is El vampiro. Onder zijn talrijke novellen heeft La mejor limosna (De beste aalmoes) een plaats in anthologieën gevonden. Zijn beste dichtbundel is Flores de almendro (Amandelbloesem). Rafael Heliodoro Valle (1891) behoort practisch tot de Mexicaanse literatuur; toch herinnert hij zich met heimwee zijn geboorteland, bijv. in zijn gevoelige reeks gedichten: El perfume de la tierra natal (De geur van het geboorteland, 1914).

Van de hedendaagse schrijvers is de bekendste Marcos Carias Reyes, een knap verteller, vooral in zijn bundels Cuentos de lobos (Wolvenverhalen), Cuentos de perros (Hondenverhalen) en Cuentos de gatos (Kattenverhalen); uit de tweede bundel is het suggestieve Vidas rotas (Gebroken levens), dat in anthologieën prijkt.

Lit.: Henry Grattan Doyle, A Tentative Bibliography of the Belles-lettres of the Republics of Central America (Cambridge, Mass. 1935); E. H. Hespelt, An Outline History of Spanish American Literature (New York 1942); A. Torres-Rioseco, The Epic of Latin American Literature (New York 1942); P. Henriquez Urena, Literary Currents in Hispanic America (Cambridge, Mass. 1946); Idem, La gran literatura iberoamericana (Buenos Aires 1945).

Geschiedenis

Honduras behoorde, in de Amerikaanse Oudheid, beurtelings tot de invloedssferen van de Maya’s en de Azteken. Hoewel Columbus de kust in 1502 verkende en voor Spanje in bezit nam, werd de eerste nederzetting er pas in 1524 gesticht; het volgend jaar werd zij door Cortez bij zijn vice-koninkrijk Mexico ingelijfd. Gedurende de koloniale periode kende het land haast geen ontwikkeling: de strooptochten van zeeschuimers en van Indianen uit het binnenland verwekten er te grote onveiligheid. Terzelfder tijd als Mexico riep Centraal-Amerika, Honduras inbegrepen, in 1821 zijn onafhankelijkheid uit en het sloot zich in 1822 bij Mexico aan. Het volgend jaar scheurde het zich weer af en vormde een zelfstandige unie van vijf staten, waaronder Honduras. In 1839 werd deze unie ontbonden, waarmede de eigenlijke onafhankelijkheid van Honduras begint. Sindsdien werden toch nog herhaaldelijk pogingen ondernomen om de eenheid te herstellen, die een paar malen gelukten, het laatst in 1895-1898 en 1921-1922, waardoor Honduras dus tijdelijk weer alleen maar een bondstaat was.

Zelfs het onafhankelijk bestaan van Honduras was overigens grotendeels maar schijn. Als zwakste van de Centraalamerikaanse staten (wegens zijn geringe bevolking van blanke cultuur), was het een speelbal tussen zijn buren Guatemala, Nicaragua en San Salvador, met als gevolg gedurige staatsgrepen, burgeroorlogen, en ook wel buitenlandse oorlogen. De meest stabiele en gunstige periode vormden het bewind van de presidenten Marco Aurelio Soto (1876-1883), Luis Bográn (1883- 1891) en Policarpo Bonilla (1894-1899, wederom 1903-1908 en 1912-1914). V.S.-concerns, sedert het einde van de 19de eeuw de voornaamste economische macht in Honduras, maakten het land tot een Amerikaanse kolonie. Om hun belangen te beschermen namen Amerikaanse mariniers er zelfs 1924-1934 garnizoen. Honduras heeft nominaal, resp. sedert 1917 en 1941, aan de twee Wereldoorlogen deelgenomen. Op 10 Oct. 1948 werd als president gekozen dr Juan Manuel Galvez, die 1 Jan 1949 voor 6 jaar zijn ambt aanvaardde.

PROF. DR J. A. VAN HOUTTE

Lit.: P. Rivas, Geographical, Historical and Etymological Dictionary of H. (Tegucigalpa 1919); A. R. Vallejo, Compendio de la historia social y politica de Honduras (Tegucigalpa 1926, 2de uitg.); R. E. Durón, Bosquejo histórico de Honduras, 1502 a 1921 (San Pedro Sula 1927); A.

B. Quinones, Geografla e historia de H. (Choluteca 1927); W. S. Stokes, Honduras. An Area Study in Government (1950).

Nederland-Honduras

Nederland heeft bij de president van de Republiek Honduras een diplomatieke vertegenwoordiger in de rang van buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister geaccrediteerd. Als zodanig treedt de Nederlandse gezant te Guatemala op. Honduras heeft geen gezant bij het Nederlandse Hof. In Honduras onderhoudt Nederland een consulaire post te Tegucigalpa (consulaat). Honduras heeft een consulaat te Amsterdam.

MR L. V. LEDEBOER

< >