Pools romanschrijver (Slawut, Wolhynië, 3 Mei 1791 - Cudnow 28 Febr. 1866), was een aristocraat die gedurende vele jaren een zwervend mondain leven had geleid, toen de aandacht van enkele letterkundigen werd gaande gemaakt door de buitengewone waarde van schetsen welke hij voor zijn genoegen had geschreven. Zijn Pamiatki Soplicy (Memoires van de heer Severin Soplica, czesnik van Parnawa, 1839) vonden een gunstig onthaal: in een reeks van korte verhalen, schijnbaar improvisaties, werden hier de psychologie, het geestelijke klimaat en de stijleigenaardigheden van een vertegenwoordiger van de kleine adel uit de „sarmatische” periode zo trouw weergegeven dat men scheen te maken te hebben met een pastiche van het verleden veeleer dan met een historisch verhaal.
Listopad (November, 1845-’46), een roman met meer gesloten constructie, vertoont dezelfde kwaliteiten, maar als ultrareactionnair verdedigt Rzewuski hier, n.a.v. de door de eerste verdeling van Polen ontstane moeilijkheden, de ideeën en de moraal van de „Soplica” als een levensideaal dat door niets werd vervangen. In zijn latere historische romans heeft hij het peil van zijn eerste meesterwerk niet bereikt.
PROF. DR C. BACKVIS
Lit.: Szweykowski, Powiesci historyczne H. Rz-go (Warschau 1922).