is een stadje in Oost-Vlaanderen, aan de Schelde tegenover de Rupelmonding, met 188 ha oppervlakte en (1951) 3535 inw.; deels in het golvende zandige Waasland (landbouw), deels op vlakke rivierklei (steenbakkerijen, al sedert de 16de eeuw). Er zijn ook scheepstimmerwerven en voedingsindustrie.
Oorspronkelijk Romeinse oeverpost, werd het in de Middeleeuwen een van de voorname steden van Vlaanderen, met oude keure en bloeiende lakenindustrie, omwald en met een grafelijk kasteel, dat heel wat belegeringen en lotgevallen kende (ruïne). Standbeeld van Mercator, hier misschien geboren (1512). Mooie, Laatbarokke kerk (1758) met toren van 1661, rijk Lodewijk XV- en XVl-meubilair en zeer vereerd mirakelbeeld van O.L.V. van Smarten. Sedert begin 16de eeuw viert men op Witte Donderdag het feest van de Voetwassing en werpt men de Apostelbrokken uit.LEO DE WACHTER
Lit.: Fr. de Potter en J. Broeckaert, R. (Gent 1879) J. van Raemdonck, Keure, rechten…. der stede, poorte en vryheyt van R. (St-Niklaas 1863-’73).