el arcipreste de Hita, Spaans dichter (Alcalá de Henares? 1283? - 1350), leidde een veelbewogen leven. Uit zijn werk leren wij hem kennen als een Don Juan in priestergewaad.
De aartsbisschop van Toledo liet hem om ons onbekende redenen in de gevangenis zetten, een straf die dertien jaar heeft geduurd. In de kerker begon hij het enige boek te schrijven dat hij heeft nagelaten en dat hem tot de grootste dichter van de Spaanse Middeleeuwen stempelt: het Libro de buen amor, een uitvoerig dichtwerk van 1728 strophen (ca 8000 verzen), dat een spiegel wil zijn van alle listen en lagen van de wereldse liefde en de weg wil wijzen naar de ware liefde, die tot God. Om zichzelf te troosten en anderen te waarschuwen verhaalt hij zijn leven, dat één lange reeks van bonte liefdesavonturen is, die hij afwisselt met fabels, vertellingen en spreekwoorden, een paraphrase van de Ars amatoria van Ovidius e.a. Vrome gebeden en Marialiederen beginnen en besluiten het geheel. J. Ruiz is de eerste van de oude Spaanse dichters die aan zijn œuvre een sterk persoonlijk accent verleent. Het Libro de buen amor is terecht de „comedia humana” van de 14de eeuw genoemd.Tekst: Libro de buen amor, ed. T. A. Sánchez, in de Bib. de Aut. Esp., t. LVII; ed.
J. Ducamin (Toulouse 1901), in de Bibl. mérid., t. 6; ed. J. Cejador y Frauca, 2 dln (Madrid 1913), in de reeks „Clásicos Castell.”, t. 14 en 17, m. inl.; ed. A. Reyes (Madrid 1917), m. inl.; Comte de Puymaigre, in Les Vieux Auteurs castillans, 2de dr. (Paris 1890), t.
II, blz. 257-317; M. Menéndez y Pelayo, in de Antologia de poetas líricos castellanos, t. III (Madrid 1892), blz. LIII-CXIV; J. Puyol y Alonso, El Arcipreste de Hita (Madrid 1906); F. Lecoy, Recherches sur le Libro de buen amor de Juan Ruiz, archiprêtre de Hita (Paris 1938); Gonzalo Menéndez-Pidal, El Arcipreste de Hita, in Historia general de las literaturas hispánicas, publicada bajo la dirección de D. Guillermo Díaz-Plaja, dl I (Barcelona 1949), blz. 471-480.