Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ROND DEN HEERD

betekenis & definitie

weekblad naar Frans en Engels model (Magasin Pittoresque; The Catholic Fireside) opgericht 1865 te Brugge door Guido Gezelle en James Weale. Geïllustreerde, stichtelijke en ontspanningslectuur voor het huisgezin.

De zes eerste jgn. grotendeels opgesteld door Gezelle: Dagwijzer (waaruit De Ring van ’t Kerkelijk Jaar door Walgrave gebundeld); vertalingen (De Doolaards in Egypten; Van den Kleenen Hertog); natuurwetenschap (Uitstap in de Warande). Rubrieken voor volksletterkunde (vertellingen, spreekwoorden, rijmpjes, raadsels) en volksgebruiken; plaatsbeschrijving. Redactie 19 Febr. 1871 overgenomen door Duclos; orgaan van de Gilde van Sinte Luitgaarde (1874-’78) en van het Westvlaams taalparticularisme. Medewerkers: De Bo, Hugo Verriest, Eugeen van Oye, Karel de Gheldere, Johan Winkler, Callebert, Decarne, Samyn; Pol de Mont debuteerde over folklore in RDH 1875-’79. De 25ste (laatste) jg. verscheen 1890-1902. RDH is „de schatkamer van Gezelle’s prozaschool”, „een goudmijn voor folkloristen” (Vercoullie) en voor locale geschiedvorsers.

Het bijblad Archivenboek van RDH (1873-’76; 4 jgn) bracht onuitgegeven teksten en geleerde bijdragen. RDH werd 1890 afgelost door Biekorf, laatste periodiek door Gezelle opgericht.

A. VIAENE

< >