Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Johan WINKLER

betekenis & definitie

Nederlands taalkundige (Leeuwarden 12 Sept. 1840-Haarlem 11 Mrt 1916), was van 1865-1875 te Leeuwarden werkzaam als genees-, heel- en vroedmeester en wijdde zich daarna te Haarlem aan taalkundige, oudheidkundige en folkloristische studiën. Zijn boek over de Nederlandse geslachtsnamen is nog steeds het standaardwerk op dit gebied.

Ook heeft hij zich beziggehouden met de vraag over de herkomst van het Oera Linda Boek. Onder het pseudoniem Grindebald schreef hij in tijdschriften (Iduna, Swameblummeri) novellen in het Fries (1866-’69).Bibl.: Alg. Nederduitsch en Friesch dialecticon (2 dln, 1874); De Nederlandsche geslachtsnamen in oorsprong, geschiedenis en beteekenis (1885); Studiën in Nederlandsche namenkunde (1900); Lijst van Friesche eigennamen (die het 4de deel vormt van Waling Dijkstra’s Friesch Woordenboek, 1896-1911).

Lit.: G. P. Burger, J. W. en het Oera Linda Boek, in: Het Boek V (1916), blz. 134; J. B. Schepers, J. W., in: Eigen Haard (1916).

< >