Engels koloniestichter (Londen ca 1603 - Providence tussen 16 Jan. en 15 Mrt 1683), studeerde voor geestelijke. Omdat hij het niet eens was met de leer van de Engelse Kerk, begaf hij zich in 1630 naar Boston.
Reeds spoedig kreeg hij echter onenigheid met de zeer onverdraagzame Congregationalisten, die Massachusetts toen beheersten, en in 1635 werd hij veroordeeld, omdat hij het recht der regering in gewetenszaken had ontkend en ook omdat hij meende, dat men de grond van de Indianen moest kopen in plaats van nemen. Hij vluchtte en stichtte vlak bij Plymouth een nederzetting van geestverwanten, Providence, het latere Rhode Island. Hier heerste volstrekte godsdienstvrijheid, terwijl de kolonie zich onderscheidde door haar vriendschappelijke houding jegens de Indianen. Williams zelf ging hier over tot de Baptisten en noemde zich later Independent. In 1644 kreeg de kolonie een koninklijk charter. Williams was van 1654-1657 gouverneur van Rhode Island.Bibl.: The Bloody Tenent of Persecution (1644); Experiments of Spiritual Life and Health, ed. with Intr. by W. S. Hudson (1951).
Lit.: J. Ernst, R. W. (1932); B. E. W. Anthony en H.
W. Weeden, R. W. of Providence (1949); G. Rees, I Seek a City (New York 1950).
