Nederlands landschapschilder (Amsterdam 10 Mrt 1822 - Berchem 12 Mei 1897), was oorspronkelijk in de leer bij A. H.
Winter en H. van de Sande Bakhuyzen en ging later naar Brussel, waar hij onder invloed van de Franse schilders der school van Barbizon (vooral Daubigny en Th. Rousseau) geraakte. Iedere zomer werkte hij in Nederland, waar eerst de bossen, weldra de weiden en plassen hem aantrokken. Een van zijn beste werken is het landschap Aan het Gein (Sted. Mus., Amsterdam). Men vindt zijn werk in alle grote Nederlandse musea.
Hij was de directe voorloper van de Haagse School, welke hij in zijn later werk evenaart in spontaneïteit en frisheid. Het Gemeentemuseum te ’s-Gravenhage bezit hiervan voorbeelden.Lit.: H. F. W. Jeltes, W. R., bizonderh. betr. zijn leven en zijn werk (Amsterdam 1911).