Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RESTRICTIES EN VALORISATIES

betekenis & definitie

zijn maatregelen welke worden getroffen om de prijzen van oerproducten voor een ineenstorting te behoeden. Deze maatregelen, welke meestal in tijden waarin het aanbod de vraag dreigt te overtreffen, van overheidswege of met behulp van de overheid worden genomen, bestaan uit het handhaven van het prijspeil van het desbetreffende goed op een bepaald niveau, hetzij door een terughouden van een gedeelte van de op de markt aangeboden hoeveelheden, hetzij door een vermindering van de productie.

In het eerste geval spreekt men van valorisatie, in het tweede van restrictie.In de loop der jaren heeft men reeds voor een groot aantal agrarische producten restrictie- en valorisatieschema’s ontworpen en toegepast, omdat vooral de prijzen van deze producten aan grote schommelingen onderhevig zijn. Dat de agrarische producten veel sterker in prijs fluctueren dan bijv. de industriële, vindt zijn oorzaak in het feit dat bij een zich voordoende discrepantie tussen de vraag en het aanbod dezer goederen zowel de vraag als het aanbod zich — vooral op korte termijn — uiterst slecht aanpassen, zodat een evenwicht vaak pas bij een veel hogere of lagere prijs bereikt kan worden.

Een verdere oorzaak van de sterke prijsfluctuaties bij agrarische goederen — welke oorzaak zich op wat langere termijn doet gevoelen — is, dat de individuele agrarische producent moeilijk op de toekomstige vraag kan anticiperen. Dit laatste is een gevolg van een tweetal factoren. Allereerst kan de individuele producent de markt vrijwel niet overzien, omdat hij slechts in een gering gedeelte van de totale behoeften voorziet en vervolgens is het voor hem niet doenlijk de productie-capaciteit tijdig aan de veranderde condities aan te passen, omdat dit proces geruime tijd in beslag neemt. Gaat nu onder invloed van bepaalde omstandigheden als een goede oogst of een plotseling wegvallen van een bepaalde markt het aanbod de vraag overtreffen, dan zal er in verband met het bovenstaande in het algemeen dus een vrij sterke prijsverlaging optreden. Er werd nu gezocht naar middelen om zich tegen de hetzij periodiek terugkerende, hetzij voortdurend optredende prijsverlagingen van agrarische producten te beschermen. Het voornaamste middel dat men toepaste was nu de beperking van het aanbod met behulp van restricties of valorisatieschema’s.

Valorisatie, dus het opslaan van een gedeelte van het aanbod, biedt kans op succes, wanneer dit aanbod tijdelijk — bijv. door een abnormaal grote oogst — de normale behoefte sterk te boven gaat, zodat een desastreuze daling van de prijs moet worden gevreesd. Bij valorisatie ligt het meestal in de bedoeling om de opgeslagen hoeveelheden weer ter markt te brengen in perioden waarin de vraag het aanbod overtreft. Wanneer het verschil tussen vraag en aanbod ernstige vormen aanneemt, doordat er ieder jaar weer sprake is van overproductie, dan verliest de valorisatie haar prijsstabiliserende werking. Immers, de aangelegde voorraden nemen dan van jaar tot jaar toe, zonder dat er een kans bestaat ze nog eens tegen een redelijke prijs op de markt af te zetten. Deze voorraden blijven dan a.h.w. boven de markt zweven, hetgeen tot gevolg heeft dat ieder zijn aankopen zoveel mogelijk uitstelt in de verwachting dat, wanneer de voorraden toch eenmaal zullen worden uitverkocht (hetgeen noodzakelijk kan "worden door gebrek aan financieringsmiddelen), de prijs stellig zal dalen. Doet deze situatie zich voor, dan wordt het overgaan tot drastische middelen een gebiedende eis.

Veelal vindt men deze middelen in het vernietigen van de bestaande voorraden en het restringeren van de productie. Deze productie-restrictie kan worden bewerkt door alle ondernemingen uit de desbetreffende bedrijfstak de meestal gesanctionneerde verplichting op te leggen haar productiecapaciteit te verminderen.

Zowel de valorisatie als de restrictie brengt naast voordelen veelal ernstige nadelen en moeilijkheden met zich mee. Het nadeel van een valorisatie is vooral, dat het aanleggen van voorraden veel kapitaal vereist, welk kapitaal zeer riskant belegd is, omdat bij een mislukken van de valorisatie meestal tot een vernietiging van de voorraad, dan wel tot verkoop tegen afbraakprijzen moet worden overgegaan. De grote moeilijkheid van de restricties is dat de prijsstabiliserende werking, welke ze beogen, slechts kunnen worden teweeggebracht als men de medewerking van alle betrokken producenten weet te verkrijgen. Immers, slechts wanneer alle producenten de door hen aangeboden hoeveelheden verminderen, bestaat de kans dat het totale aanbod voldoende afheemt om de prijs op peil te houden. Nu is het in het algemeen wel mogelijk de eigen landgenoten te dwingen om tot productiebeperking over te gaan, maar aangezien de aanbieders van oer-producten meestal over de gehele wereld verspreid zijn, is het vrijwel ondoenlijk zich van de medewerking van alle betrokkenen te verzekeren. Bovendien incasseren zij, die niet meedoen, een extra voordeel, omdat zij hun oude, onbeperkte productie kunnen afzetten tegen de op hoger niveau gestabiliseerde prijzen.

Er is dus a.h.w. een premie gesteld op het niet meedoen of het ontduiken van restrictieschema’s en op deze moeilijkheid zijn dan ook vrijwel al deze schema’s gestrand. Bij de verschillende conferenties welke men belegde om tot een internationaal restrictieschema te komen, waren er steeds landen en producenten die het voordeel van het „buiten het restrictieschema blijven” hoger aansloegen dan dat van het zich aansluiten en zodoende is men er vrijwel nooit in geslaagd op internationaal niveau een afdoende restrictie-regeling te ontwerpen en in de praktijk door te voeren. Dit zgn. probleem van de outsiders heeft de restrictie gemeen met het kartel *.

Het op peil houden van de prijs door middel van een productierestrictie is geen verschijnsel van de laatste tijd. Reeds de handels-compagnieën uit het verleden trachtten met behulp van productiebeperkingen het prijsniveau voor hun producten zo hoog mogelijk te houden. (Vergelijk bijv. het vernietigen van kruidnagelen-aanplantingen op de Molukken door de Oost-Indische Compagnie.) Sinds het begin van de 20ste eeuw waren echter talloze producten het voorwerp van valorisatie- en restrictieregelingen. Genoemd kunnen o.m. worden: krenten in Griekenland, salpeter in Chili, kina en kapok in Ned.-Indië en koffie in Brazilië. Voor tin, rubber, thee en suiker kwamen internationale regelingen tot stand.

J. E. ANDRIESSEN

< >