is het verschijnsel, dat bij een optisch actieve stof de ene antipode (z draaiingsvermogenen asymmetrisch koolstofatoom) na verloop van tijd overgaat in de andere, totdat gelijke hoeveelheden van beide vormen aanwezig zijn. Het draaiingsvermogen neemt daarbij tot nul af.
Bij vele stoffen is de racemisatie-snelheid zeer gering; bij temperatuurverhoging en toevoeging van bepaalde stoffen (katalysatoren), zoals zuren en basen of door enzymen neemt de snelheid sterk toe. Een racemisch mengsel of racemaat, dat dus geen optische activiteit bezit, kan op verschillende wijzen gesplitst worden. Bij de normale chemische synthesen ontstaat steeds zulk een racemisch mengsel (z asymmetrische synthese). Bij kristalisatie van een racemisch mengsel kunnen de beide antipoden in afzonderlijke kristallen worden afgezet, maar ook komt het voor, dat een zgn. racemische verbinding ontstaat van telkens één molecule met één molecule van zijn antipode. De naam racemaat is ontleend aan de Franse naam voor druivenzuur, acide racémique, dat door L. Pasteur* in de vorm van het natrium-ammoniumzout door kristallisatie werd gesplitst in de beide antipoden, het links- en rechtsdraaiende wijnsteenzuur*.
Boven 27 gr. C. echter kristalliseert hier de racemische verbinding uit. Druivenzuur is dus racemisch wijnsteenzuur; het wordt ook als d l-wijnsteenzuur aangeduid.
PROF. DR J. A. A. KETELAAR