Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Plerre de FERMAT

betekenis & definitie

Frans wiskundige (Beaumont de Lomagne 17 Aug. 1601 - Castres 12 Jan. 1665), legde reeds in zijn jeugd met zijn vriend Pascal de grondslagen van de later door hem uitgegeven waarschijnlijkheidsrekening. Hij hield zich vervolgens bezig met het opsporen van de eigenschappen van de getallen en maakte veel merkwaardige ontdekkingen bekend.

Ook berekende hij de oppervlakte van de parabool op veel eenvoudiger wijze dan Archimedes. Zijn methode om de grootste en kleinste ordinaten van de kromme lijnen te vinden, komt geheel en al overeen met die van de toenmaals nog onbekende differentiaalrekening. Hij voerde een hevige strijd tegen Descartes, wiens meetkunde en optica hij afkeurde, terwijl daarentegen Descartes de theorie van de maxima en minima van Fermat verwierp. Fermat publiceerde slechts weinig en vele van de door hem gevonden resultaten zijn eerst na zijn dood als losse aantekeningen, vaak zonder bewijs, gevonden. Een dezer uitspraken is sedertdien als de grote stelling van Fermat wereldberoemd geworden en spreekt de onmogelijkheid uit, aan de onbepaalde vergelijking xn + yn = zn voor gehele waarden van x,y enz te voldoen, zodra n> 2 is. Talloze wiskundigen hebben zich daarna ontzaglijke moeite gegeven, deze stelling òf te bewijzen òf er de onjuistheid van aan te tonen, maar tot nu toe is dit niet gelukt, tenzij dan voor bepaalde waarden van n (voor n = 3 is het bewijs geleverd door Euler, voor n = 4 door Fermat zelf, voor n = 5 door Legendre, voor n = 7 door Lamé en Lebesgue en voor n = 14 door Lejeune Dirichlet). Als kleine stelling van Fermat is de (door Fermat bewezen) eigenschap bekend, die zegt, dat αn_1 — 1 deelbaar moet zijn door p, als p een priemgetal is en α de factor p niet bevat.Op physisch gebied heeft Fermat een vérstrekkend en hoogst belangrijk beginsel uitgesproken, dat als het beginsel van Fermat of (in enigszins gewijzigde vorm) als het beginsel der kleinste werking bekend is en dat in onze huidige notatie door de formule δഽvds = 0 kan worden uitgedrukt, waarin v de snelheid, en s de weg van een stoffelijk punt aanduidt, terwijl de variatie δ betrekking heeft op het doorlopen van andere wegen in hetzelfde krachtveld tussen dezelfde begin- en eindtoestand (z werking).

Bibl.: Varia opera mathematica (2 dln, Tolosae 1679, herdr. Paris 1891); Œuvres, publ. p. P. Tannery et Ch. Henry (4 dln, Paris 1894-1902, het 4de dl bevat „documents inédits” d. onze landgenoot C. de Waard); Einf. in die ebenen u. körperl. örten. A. d. Lat. (Leipzig 1923) ; Bemerkungen zu Diophant (ald. 1932) ; Abhandlungen über Maxima u. Minima (ald. 1934).

Lit.: A. Genty, L’influence de F. sur son siècle (Orléans 1789) ; P. Bachmann, Das Fermatsche Problem in seiner bisherigen Entwicklung (1919).

< >